Waarschuwingslampjes
^{Check op deze pagina direct of je wel of niet door kan rijden}

Accuspanning laag

Achterklep of -deuren open

Airbag uitgeschakeld

Batterij autosleutel bijna leeg

Gordel los

Handrem aangetrokken

Lane assist uitgeschakeld

Motor oververhit

Motorkap open

Naderingsalarm voorligger

Oliepeil laag

Parkeerrem ingeschakeld

Portier open

Stuurbekrachtiging uitgevallen

Stuurvergrendeling ingeschakeld

AdBlue bijvullen

Gaat branden wanneer: 
Er een storing is in de dynamo, de aandrijfsnaar of de stroomkabels van de auto. Het lampje verschijnt ook kort bij het starten van de auto en zou daarna weer moeten verdwijnen.
Wat moet je doen?
Stop je auto en bel de Pechhulp van Volkswagen Bedrijfswagens of bel je dealer. Als je merkt dat je accu leeg is of als je regelmatig een melding krijgt over je accu, is het aan te raden om je accu te laten op te laden of te vervangen. Vergeet niet om bij het verlaten van je auto altijd je verlichting uit te schakelen om verdere ontlading van de accu te voorkomen. Wil je de staat van je accu laten checken? Kom dan langs bij de Volkswagen Bedrijdswagens dealer.

Gaat branden wanneer:
Het contact van je auto is ingeschakeld en de achterklep of -deuren niet goed gesloten zijn of open staan.
Wat moet je doen?
Controleer of de achterklep of -deuren goed gesloten zijn of sluit deze.

Gaat branden wanneer:
De airbag niet meer werkt door een eventuele storing in het airbagsysteem. Deze melding is normaal wanneer je de airbag handmatig hebt uitgezet voor het plaatsen van een kinderzitje.
Wat moet je doen?
Ga zo snel mogelijk naar de dichtsbijzijnde Volkswagen Bedrijfswagens dealer in het geval van een airbagstoring om het probleem na te laten kijken.

Gaat branden wanneer:
De batterij van je autosleutel bijna leeg is waardoor je op korte termijn je auto waarschijnlijk niet meer of afstand kan openen of sluiten.
Wat moet je doen?
Vervang de batterij van je autosleutel of kom langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om dit te laten doen.

Gaat branden wanneer:
Je als bestuurder of één van je passagiers tijdens het rijden geen gordel draagt. Daarnaast kan het lampje ook geactiveerd worden als je veel of zware spullen op één van de stoelen hebt liggen, aangezien het lampje wordt geactiveerd als er bepaald gewicht op de stoelen bereikt is.
Wat moet je doen?
Zorg ervoor dat jij en je passagiers altijd een gordel dragen tijdens het rijden en plaats eventueel zware spullen in de laadruimte of achterbak van de auto.

Gaat branden wanneer:
De handrem aangetrokken is wanneer de motor loopt. Blijft het lampje branden wanneer je de handrem naar beneden doet dan kan er een storing zijn in het remsysteem of kan het zijn dat de remvloeistof bijgevuld moeten worden.
Wat moet je doen?
Ga naar de dichtsbijzijnde Volkswagen Bedrijfswagens dealer wanneer het lampje blijft branden als de handrem gedeactiveerd is om te laten controleren of er wellicht een storing in het remsysteem zit of de remvloeistof bijgevuld moet worden. 

Gaat branden wanneer:
Lane Assist niet ingeschakeld is. Dit systeem voorziet je van waarschuwingen, bijvoorbeeld door trillingen in je stuur, wanneer je per ongeluk van de rijbaan dreigt af te wijken of wanneer je slingert.
Wat moet je doen?
Schakel Lane Assist weer in als je dit systeem wil gebruiken. Blijft het lampje branden wanneer je het systeem probeert te activeren? Kom dan langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om dit te laten checken.

Gaat branden wanneer:
De motor van je auto te heet wordt. Dit probleem wordt meestal veroorzaakt door een tekort aan koelvloeistof.
Wat moet je doen?
Stop met rijden en parkeer je auto op een veilige plek om ernstige schade aan je motor te voorkomen. Zorg ervoor dat je het niveau van je koelvloeistof controleert en bijvult of laat dit doen door de Volkswagen Bedrijfswagens dealer. Als je het zelf doet, gebruik dan de juiste koelvloeistof (blauw of rood/roze).

Gaat branden wanneer:
Het contact van je auto ingeschakeld is en de motorkap niet goed gesloten is of open staat.
Wat moet je doen?
Controleer of de motorkap goed gesloten is of doe deze dicht.

Gaat branden wanneer:
Je te dicht in de buurt komt van je voorligger. Deze functie is onderdeel van de rij-assistentiesystemen van je auto. Brandt het lampje oranje dan is er niks aan de hand, omdat dit betekent dat het systeem ingeschakeld is.
Wat moet je doen?
Neem meer afstand van je voorligger. Blijft het lampje daarna nog rood branden of brandt het oranje lampje niet terwijl het systeem wel probeert in te schakelen, dan is er wellicht een storing. Kom in dat geval langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om het systeem te laten controleren.

Gaat branden wanneer:
Er te weinig of te veel olie in je motoroliereservoir zit.
Wat moet je doen?
Stop met rijden en parkeer je auto op een veilige plek, peil je olie en vul bij of tap, zodat het juiste peil bereikt wordt. Mocht je hier hulp bij nodig hebben of blijft het lampje branden kom dan langs bij de dichtsbijzijnde Volkswagen Bedrijfswagens dealer.

Gaat branden wanneer:
De elektrische parkeerrem van de auto is ingeschakeld. (Dit systeem is alleen aanwezig op auto's met een automatische transmissie)
Wat moet je doen?
Schakel de elektrische parkeerrem uit wanneer je weer gaat rijden.

Gaat branden wanneer:
Één of meer van de deuren van je auto niet gesloten zijn of nog open staan. Het beeldscherm van de boordcomputer geeft meestal aan om welke deur het gaat.
Wat moet je doen?
Controleer of alle deuren van de auto goed dichtzitten en sluit de eventueel openstaande deuren.

Gaat branden wanneer:
Er een probleem is met de werking van de stuurbekrachtiging of er een mogelijk tekort is aan stuurbekrachtigingsolie. Het sturen in de auto zal in beide gevallen zwaarder aanvoelen dan normaal.
Wat moet je doen?
Kom langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om het exacte probleem te bepalen of om de stuurbekrachtigingsolie bij te laten vullen.

Gaat branden wanneer:
De stuurvergrendeling van de auto is ingeschakeld, waardoor het niet mogelijk is om het stuur van de auto te draaien. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als de sleutel niet in het contactslot zit, de sleutel niet correct is gedraaid of als er een probleem is met het stuurkolomsysteem. In het laatste geval zal het stuur niet soepel kunnen bewegen en kan het moeilijk of zelfs onmogelijk zijn om je auto te besturen.
Wat moet je doen?
In het geval de stuurvegrendeling van de auto niet uitschakeld na het inschakelen van het contact kun je het beste contact opnemen met de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om het probleem te onderzoeken en op te lossen.

Gaat branden wanneer:
Nadat je AdBlue nog niet hebt bijgevuld nadat het oranje waarschuwingslampje is gaan branden. Zodra dit rode lampje brandt kan de auto niet worden herstart nadat deze is uitgeschakeld.
Wat moet je doen?
Je auto is niet defect, maar de AdBlue-tank moet eerst worden bijgevuld voordat je verder kunt rijden. Kom langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om AdBlue bij te laten vullen.

Gaat branden wanneer: 
Er een storing is in de dynamo, de aandrijfsnaar of de stroomkabels van de auto. Het lampje verschijnt ook kort bij het starten van de auto en zou daarna weer moeten verdwijnen.
Wat moet je doen?
Stop je auto en bel de Pechhulp van Volkswagen Bedrijfswagens of bel je dealer. Als je merkt dat je accu leeg is of als je regelmatig een melding krijgt over je accu, is het aan te raden om je accu te laten op te laden of te vervangen. Vergeet niet om bij het verlaten van je auto altijd je verlichting uit te schakelen om verdere ontlading van de accu te voorkomen. Wil je de staat van je accu laten checken? Kom dan langs bij de Volkswagen Bedrijdswagens dealer.

Gaat branden wanneer:
Het contact van je auto is ingeschakeld en de achterklep of -deuren niet goed gesloten zijn of open staan.
Wat moet je doen?
Controleer of de achterklep of -deuren goed gesloten zijn of sluit deze.

Gaat branden wanneer:
De airbag niet meer werkt door een eventuele storing in het airbagsysteem. Deze melding is normaal wanneer je de airbag handmatig hebt uitgezet voor het plaatsen van een kinderzitje.
Wat moet je doen?
Ga zo snel mogelijk naar de dichtsbijzijnde Volkswagen Bedrijfswagens dealer in het geval van een airbagstoring om het probleem na te laten kijken.

Gaat branden wanneer:
De batterij van je autosleutel bijna leeg is waardoor je op korte termijn je auto waarschijnlijk niet meer of afstand kan openen of sluiten.
Wat moet je doen?
Vervang de batterij van je autosleutel of kom langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om dit te laten doen.

Gaat branden wanneer:
Je als bestuurder of één van je passagiers tijdens het rijden geen gordel draagt. Daarnaast kan het lampje ook geactiveerd worden als je veel of zware spullen op één van de stoelen hebt liggen, aangezien het lampje wordt geactiveerd als er bepaald gewicht op de stoelen bereikt is.
Wat moet je doen?
Zorg ervoor dat jij en je passagiers altijd een gordel dragen tijdens het rijden en plaats eventueel zware spullen in de laadruimte of achterbak van de auto.

Gaat branden wanneer:
De handrem aangetrokken is wanneer de motor loopt. Blijft het lampje branden wanneer je de handrem naar beneden doet dan kan er een storing zijn in het remsysteem of kan het zijn dat de remvloeistof bijgevuld moeten worden.
Wat moet je doen?
Ga naar de dichtsbijzijnde Volkswagen Bedrijfswagens dealer wanneer het lampje blijft branden als de handrem gedeactiveerd is om te laten controleren of er wellicht een storing in het remsysteem zit of de remvloeistof bijgevuld moet worden. 

Gaat branden wanneer:
Lane Assist niet ingeschakeld is. Dit systeem voorziet je van waarschuwingen, bijvoorbeeld door trillingen in je stuur, wanneer je per ongeluk van de rijbaan dreigt af te wijken of wanneer je slingert.
Wat moet je doen?
Schakel Lane Assist weer in als je dit systeem wil gebruiken. Blijft het lampje branden wanneer je het systeem probeert te activeren? Kom dan langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om dit te laten checken.

Gaat branden wanneer:
De motor van je auto te heet wordt. Dit probleem wordt meestal veroorzaakt door een tekort aan koelvloeistof.
Wat moet je doen?
Stop met rijden en parkeer je auto op een veilige plek om ernstige schade aan je motor te voorkomen. Zorg ervoor dat je het niveau van je koelvloeistof controleert en bijvult of laat dit doen door de Volkswagen Bedrijfswagens dealer. Als je het zelf doet, gebruik dan de juiste koelvloeistof (blauw of rood/roze).

Gaat branden wanneer:
Het contact van je auto ingeschakeld is en de motorkap niet goed gesloten is of open staat.
Wat moet je doen?
Controleer of de motorkap goed gesloten is of doe deze dicht.

Gaat branden wanneer:
Je te dicht in de buurt komt van je voorligger. Deze functie is onderdeel van de rij-assistentiesystemen van je auto. Brandt het lampje oranje dan is er niks aan de hand, omdat dit betekent dat het systeem ingeschakeld is.
Wat moet je doen?
Neem meer afstand van je voorligger. Blijft het lampje daarna nog rood branden of brandt het oranje lampje niet terwijl het systeem wel probeert in te schakelen, dan is er wellicht een storing. Kom in dat geval langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om het systeem te laten controleren.

Gaat branden wanneer:
Er te weinig of te veel olie in je motoroliereservoir zit.
Wat moet je doen?
Stop met rijden en parkeer je auto op een veilige plek, peil je olie en vul bij of tap, zodat het juiste peil bereikt wordt. Mocht je hier hulp bij nodig hebben of blijft het lampje branden kom dan langs bij de dichtsbijzijnde Volkswagen Bedrijfswagens dealer.

Gaat branden wanneer:
De elektrische parkeerrem van de auto is ingeschakeld. (Dit systeem is alleen aanwezig op auto's met een automatische transmissie)
Wat moet je doen?
Schakel de elektrische parkeerrem uit wanneer je weer gaat rijden.

Gaat branden wanneer:
Één of meer van de deuren van je auto niet gesloten zijn of nog open staan. Het beeldscherm van de boordcomputer geeft meestal aan om welke deur het gaat.
Wat moet je doen?
Controleer of alle deuren van de auto goed dichtzitten en sluit de eventueel openstaande deuren.

Gaat branden wanneer:
Er een probleem is met de werking van de stuurbekrachtiging of er een mogelijk tekort is aan stuurbekrachtigingsolie. Het sturen in de auto zal in beide gevallen zwaarder aanvoelen dan normaal.
Wat moet je doen?
Kom langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om het exacte probleem te bepalen of om de stuurbekrachtigingsolie bij te laten vullen.

Gaat branden wanneer:
De stuurvergrendeling van de auto is ingeschakeld, waardoor het niet mogelijk is om het stuur van de auto te draaien. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als de sleutel niet in het contactslot zit, de sleutel niet correct is gedraaid of als er een probleem is met het stuurkolomsysteem. In het laatste geval zal het stuur niet soepel kunnen bewegen en kan het moeilijk of zelfs onmogelijk zijn om je auto te besturen.
Wat moet je doen?
In het geval de stuurvegrendeling van de auto niet uitschakeld na het inschakelen van het contact kun je het beste contact opnemen met de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om het probleem te onderzoeken en op te lossen.

Gaat branden wanneer:
Nadat je AdBlue nog niet hebt bijgevuld nadat het oranje waarschuwingslampje is gaan branden. Zodra dit rode lampje brandt kan de auto niet worden herstart nadat deze is uitgeschakeld.
Wat moet je doen?
Je auto is niet defect, maar de AdBlue-tank moet eerst worden bijgevuld voordat je verder kunt rijden. Kom langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om AdBlue bij te laten vullen.

Gaat branden wanneer: 
Er een storing is in de dynamo, de aandrijfsnaar of de stroomkabels van de auto. Het lampje verschijnt ook kort bij het starten van de auto en zou daarna weer moeten verdwijnen.
Wat moet je doen?
Stop je auto en bel de Pechhulp van Volkswagen Bedrijfswagens of bel je dealer. Als je merkt dat je accu leeg is of als je regelmatig een melding krijgt over je accu, is het aan te raden om je accu te laten op te laden of te vervangen. Vergeet niet om bij het verlaten van je auto altijd je verlichting uit te schakelen om verdere ontlading van de accu te voorkomen. Wil je de staat van je accu laten checken? Kom dan langs bij de Volkswagen Bedrijdswagens dealer.

Gaat branden wanneer:
Het contact van je auto is ingeschakeld en de achterklep of -deuren niet goed gesloten zijn of open staan.
Wat moet je doen?
Controleer of de achterklep of -deuren goed gesloten zijn of sluit deze.

Gaat branden wanneer:
De airbag niet meer werkt door een eventuele storing in het airbagsysteem. Deze melding is normaal wanneer je de airbag handmatig hebt uitgezet voor het plaatsen van een kinderzitje.
Wat moet je doen?
Ga zo snel mogelijk naar de dichtsbijzijnde Volkswagen Bedrijfswagens dealer in het geval van een airbagstoring om het probleem na te laten kijken.

Gaat branden wanneer:
De batterij van je autosleutel bijna leeg is waardoor je op korte termijn je auto waarschijnlijk niet meer of afstand kan openen of sluiten.
Wat moet je doen?
Vervang de batterij van je autosleutel of kom langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om dit te laten doen.

Gaat branden wanneer:
Je als bestuurder of één van je passagiers tijdens het rijden geen gordel draagt. Daarnaast kan het lampje ook geactiveerd worden als je veel of zware spullen op één van de stoelen hebt liggen, aangezien het lampje wordt geactiveerd als er bepaald gewicht op de stoelen bereikt is.
Wat moet je doen?
Zorg ervoor dat jij en je passagiers altijd een gordel dragen tijdens het rijden en plaats eventueel zware spullen in de laadruimte of achterbak van de auto.

Gaat branden wanneer:
De handrem aangetrokken is wanneer de motor loopt. Blijft het lampje branden wanneer je de handrem naar beneden doet dan kan er een storing zijn in het remsysteem of kan het zijn dat de remvloeistof bijgevuld moeten worden.
Wat moet je doen?
Ga naar de dichtsbijzijnde Volkswagen Bedrijfswagens dealer wanneer het lampje blijft branden als de handrem gedeactiveerd is om te laten controleren of er wellicht een storing in het remsysteem zit of de remvloeistof bijgevuld moet worden. 

Gaat branden wanneer:
Lane Assist niet ingeschakeld is. Dit systeem voorziet je van waarschuwingen, bijvoorbeeld door trillingen in je stuur, wanneer je per ongeluk van de rijbaan dreigt af te wijken of wanneer je slingert.
Wat moet je doen?
Schakel Lane Assist weer in als je dit systeem wil gebruiken. Blijft het lampje branden wanneer je het systeem probeert te activeren? Kom dan langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om dit te laten checken.

Gaat branden wanneer:
De motor van je auto te heet wordt. Dit probleem wordt meestal veroorzaakt door een tekort aan koelvloeistof.
Wat moet je doen?
Stop met rijden en parkeer je auto op een veilige plek om ernstige schade aan je motor te voorkomen. Zorg ervoor dat je het niveau van je koelvloeistof controleert en bijvult of laat dit doen door de Volkswagen Bedrijfswagens dealer. Als je het zelf doet, gebruik dan de juiste koelvloeistof (blauw of rood/roze).

Gaat branden wanneer:
Het contact van je auto ingeschakeld is en de motorkap niet goed gesloten is of open staat.
Wat moet je doen?
Controleer of de motorkap goed gesloten is of doe deze dicht.

Gaat branden wanneer:
Je te dicht in de buurt komt van je voorligger. Deze functie is onderdeel van de rij-assistentiesystemen van je auto. Brandt het lampje oranje dan is er niks aan de hand, omdat dit betekent dat het systeem ingeschakeld is.
Wat moet je doen?
Neem meer afstand van je voorligger. Blijft het lampje daarna nog rood branden of brandt het oranje lampje niet terwijl het systeem wel probeert in te schakelen, dan is er wellicht een storing. Kom in dat geval langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om het systeem te laten controleren.

Gaat branden wanneer:
Er te weinig of te veel olie in je motoroliereservoir zit.
Wat moet je doen?
Stop met rijden en parkeer je auto op een veilige plek, peil je olie en vul bij of tap, zodat het juiste peil bereikt wordt. Mocht je hier hulp bij nodig hebben of blijft het lampje branden kom dan langs bij de dichtsbijzijnde Volkswagen Bedrijfswagens dealer.

Gaat branden wanneer:
De elektrische parkeerrem van de auto is ingeschakeld. (Dit systeem is alleen aanwezig op auto's met een automatische transmissie)
Wat moet je doen?
Schakel de elektrische parkeerrem uit wanneer je weer gaat rijden.

Gaat branden wanneer:
Één of meer van de deuren van je auto niet gesloten zijn of nog open staan. Het beeldscherm van de boordcomputer geeft meestal aan om welke deur het gaat.
Wat moet je doen?
Controleer of alle deuren van de auto goed dichtzitten en sluit de eventueel openstaande deuren.

Gaat branden wanneer:
Er een probleem is met de werking van de stuurbekrachtiging of er een mogelijk tekort is aan stuurbekrachtigingsolie. Het sturen in de auto zal in beide gevallen zwaarder aanvoelen dan normaal.
Wat moet je doen?
Kom langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om het exacte probleem te bepalen of om de stuurbekrachtigingsolie bij te laten vullen.

Gaat branden wanneer:
De stuurvergrendeling van de auto is ingeschakeld, waardoor het niet mogelijk is om het stuur van de auto te draaien. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als de sleutel niet in het contactslot zit, de sleutel niet correct is gedraaid of als er een probleem is met het stuurkolomsysteem. In het laatste geval zal het stuur niet soepel kunnen bewegen en kan het moeilijk of zelfs onmogelijk zijn om je auto te besturen.
Wat moet je doen?
In het geval de stuurvegrendeling van de auto niet uitschakeld na het inschakelen van het contact kun je het beste contact opnemen met de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om het probleem te onderzoeken en op te lossen.

Gaat branden wanneer:
Nadat je AdBlue nog niet hebt bijgevuld nadat het oranje waarschuwingslampje is gaan branden. Zodra dit rode lampje brandt kan de auto niet worden herstart nadat deze is uitgeschakeld.
Wat moet je doen?
Je auto is niet defect, maar de AdBlue-tank moet eerst worden bijgevuld voordat je verder kunt rijden. Kom langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om AdBlue bij te laten vullen.

Gaat branden wanneer: 
Er een storing is in de dynamo, de aandrijfsnaar of de stroomkabels van de auto. Het lampje verschijnt ook kort bij het starten van de auto en zou daarna weer moeten verdwijnen.
Wat moet je doen?
Stop je auto en bel de Pechhulp van Volkswagen Bedrijfswagens of bel je dealer. Als je merkt dat je accu leeg is of als je regelmatig een melding krijgt over je accu, is het aan te raden om je accu te laten op te laden of te vervangen. Vergeet niet om bij het verlaten van je auto altijd je verlichting uit te schakelen om verdere ontlading van de accu te voorkomen. Wil je de staat van je accu laten checken? Kom dan langs bij de Volkswagen Bedrijdswagens dealer.

Gaat branden wanneer:
Het contact van je auto is ingeschakeld en de achterklep of -deuren niet goed gesloten zijn of open staan.
Wat moet je doen?
Controleer of de achterklep of -deuren goed gesloten zijn of sluit deze.

Gaat branden wanneer:
De airbag niet meer werkt door een eventuele storing in het airbagsysteem. Deze melding is normaal wanneer je de airbag handmatig hebt uitgezet voor het plaatsen van een kinderzitje.
Wat moet je doen?
Ga zo snel mogelijk naar de dichtsbijzijnde Volkswagen Bedrijfswagens dealer in het geval van een airbagstoring om het probleem na te laten kijken.

Gaat branden wanneer:
De batterij van je autosleutel bijna leeg is waardoor je op korte termijn je auto waarschijnlijk niet meer of afstand kan openen of sluiten.
Wat moet je doen?
Vervang de batterij van je autosleutel of kom langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om dit te laten doen.

Gaat branden wanneer:
Je als bestuurder of één van je passagiers tijdens het rijden geen gordel draagt. Daarnaast kan het lampje ook geactiveerd worden als je veel of zware spullen op één van de stoelen hebt liggen, aangezien het lampje wordt geactiveerd als er bepaald gewicht op de stoelen bereikt is.
Wat moet je doen?
Zorg ervoor dat jij en je passagiers altijd een gordel dragen tijdens het rijden en plaats eventueel zware spullen in de laadruimte of achterbak van de auto.

Gaat branden wanneer:
De handrem aangetrokken is wanneer de motor loopt. Blijft het lampje branden wanneer je de handrem naar beneden doet dan kan er een storing zijn in het remsysteem of kan het zijn dat de remvloeistof bijgevuld moeten worden.
Wat moet je doen?
Ga naar de dichtsbijzijnde Volkswagen Bedrijfswagens dealer wanneer het lampje blijft branden als de handrem gedeactiveerd is om te laten controleren of er wellicht een storing in het remsysteem zit of de remvloeistof bijgevuld moet worden. 

Gaat branden wanneer:
Lane Assist niet ingeschakeld is. Dit systeem voorziet je van waarschuwingen, bijvoorbeeld door trillingen in je stuur, wanneer je per ongeluk van de rijbaan dreigt af te wijken of wanneer je slingert.
Wat moet je doen?
Schakel Lane Assist weer in als je dit systeem wil gebruiken. Blijft het lampje branden wanneer je het systeem probeert te activeren? Kom dan langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om dit te laten checken.

Gaat branden wanneer:
De motor van je auto te heet wordt. Dit probleem wordt meestal veroorzaakt door een tekort aan koelvloeistof.
Wat moet je doen?
Stop met rijden en parkeer je auto op een veilige plek om ernstige schade aan je motor te voorkomen. Zorg ervoor dat je het niveau van je koelvloeistof controleert en bijvult of laat dit doen door de Volkswagen Bedrijfswagens dealer. Als je het zelf doet, gebruik dan de juiste koelvloeistof (blauw of rood/roze).

Gaat branden wanneer:
Het contact van je auto ingeschakeld is en de motorkap niet goed gesloten is of open staat.
Wat moet je doen?
Controleer of de motorkap goed gesloten is of doe deze dicht.

Gaat branden wanneer:
Je te dicht in de buurt komt van je voorligger. Deze functie is onderdeel van de rij-assistentiesystemen van je auto. Brandt het lampje oranje dan is er niks aan de hand, omdat dit betekent dat het systeem ingeschakeld is.
Wat moet je doen?
Neem meer afstand van je voorligger. Blijft het lampje daarna nog rood branden of brandt het oranje lampje niet terwijl het systeem wel probeert in te schakelen, dan is er wellicht een storing. Kom in dat geval langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om het systeem te laten controleren.

Gaat branden wanneer:
Er te weinig of te veel olie in je motoroliereservoir zit.
Wat moet je doen?
Stop met rijden en parkeer je auto op een veilige plek, peil je olie en vul bij of tap, zodat het juiste peil bereikt wordt. Mocht je hier hulp bij nodig hebben of blijft het lampje branden kom dan langs bij de dichtsbijzijnde Volkswagen Bedrijfswagens dealer.

Gaat branden wanneer:
De elektrische parkeerrem van de auto is ingeschakeld. (Dit systeem is alleen aanwezig op auto's met een automatische transmissie)
Wat moet je doen?
Schakel de elektrische parkeerrem uit wanneer je weer gaat rijden.

Gaat branden wanneer:
Één of meer van de deuren van je auto niet gesloten zijn of nog open staan. Het beeldscherm van de boordcomputer geeft meestal aan om welke deur het gaat.
Wat moet je doen?
Controleer of alle deuren van de auto goed dichtzitten en sluit de eventueel openstaande deuren.

Gaat branden wanneer:
Er een probleem is met de werking van de stuurbekrachtiging of er een mogelijk tekort is aan stuurbekrachtigingsolie. Het sturen in de auto zal in beide gevallen zwaarder aanvoelen dan normaal.
Wat moet je doen?
Kom langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om het exacte probleem te bepalen of om de stuurbekrachtigingsolie bij te laten vullen.

Gaat branden wanneer:
De stuurvergrendeling van de auto is ingeschakeld, waardoor het niet mogelijk is om het stuur van de auto te draaien. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als de sleutel niet in het contactslot zit, de sleutel niet correct is gedraaid of als er een probleem is met het stuurkolomsysteem. In het laatste geval zal het stuur niet soepel kunnen bewegen en kan het moeilijk of zelfs onmogelijk zijn om je auto te besturen.
Wat moet je doen?
In het geval de stuurvegrendeling van de auto niet uitschakeld na het inschakelen van het contact kun je het beste contact opnemen met de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om het probleem te onderzoeken en op te lossen.

Gaat branden wanneer:
Nadat je AdBlue nog niet hebt bijgevuld nadat het oranje waarschuwingslampje is gaan branden. Zodra dit rode lampje brandt kan de auto niet worden herstart nadat deze is uitgeschakeld.
Wat moet je doen?
Je auto is niet defect, maar de AdBlue-tank moet eerst worden bijgevuld voordat je verder kunt rijden. Kom langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om AdBlue bij te laten vullen.

Aandrijflijn storing

Aandrijf- / stabiliteitsregeling

Accubereik laag

Achterruitverwarming ingeschakeld

Antiblokkeersysteem storing

Automatische ruitenwisser actief

Automotische start-stop: motor uit

Bandenspanning laag

Bergrem ingeschakeld

Brandstofpeil laag

Brandstofsysteem storing

Buitentemperatuur laag

Dodehoekmonitor uitgeschakeld

Elektronica storing

Gladheid waarschuwing

Koplampafstelling hoogte

Koppeling intrappen

Lamp- en regensensor storing

Luchtfilter vies

Luchtvering storing

Mistverlichting achter ingeschakeld

Motor storing

Noodloop actief

Parkeersensoren ingeschakeld

Regensensor actief

Remblokken versleten

Remlicht storing

Roetfilter storing

Ruitensproeiervloeistofpeil laag

Schokdemper / vering storing

Sleutel ontbreekt

Snelheidsbegrenzer ingeschakeld

Standkachel ingeschakeld

Stoelverwarming ingeschakeld

Stuurverwarming ingeschakeld

Verlichting probleem

Voorgloeien actief

Voorruitontwasemer actief

Water in brandstof

AdBlue bijvullen

Gaat branden wanneer:
Er een storing is opgetreden in de aandrijflijn van de auto. De motor loopt nog wel, maar heeft in dit geval minder vermogen.
Wat moet je doen?
In het geval dit lampje brandt is het verstandig niet hard op te trekken of abrupt te remmen. Kom langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om de motor uit te laten lezen en te controleren wat het probleem is.

Gaat branden wanneer:
De auto wordt gestart. De aandrijf- of stabiliteitsregeling van je voertuig is een geavanceerd systeem dat is ontworpen om de tractie en stabiliteit van je auto te verbeteren tijdens het rijden. Het systeem zorgt ervoor dat je auto altijd grip op de weg heeft en stabiel blijft, vooral in moeilijke rijomstandigheden.
Wat moet je doen?
Wanneer dit lampje niet kort knippert nadat je de auto hebt gestart is het aan te raden je auto te laten nakijken bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer.
 

Gaat branden wanneer:
De actieradius van een elektrische auto laag is. Dit waarschuwingslampje is dan ook alleen in elektrische auto's te vinden.
Wat moet je doen?
Laad de accu van je elektrische auto weer op bij het dichtsbijzijnde laapdunt. Blijft het lampje branden nadat je de accu hebt opgeladen adviseren we contact op te nemen met je dealer om dit te laten checken.

Gaat branden wanneer:
De achterruitverwarming van je auto is ingeschakeld.
Wat moet je doen?
Zet de achterruitverwarming uit om het lampje uit te schakelen. Ga langs bij de dealer wanneer het lampje blijft branden als de achterruitverwarming niet meer aan staat of niet uit wil.

Gaat branden wanneer:
Er een storing in het antiblokeersysteem (ABS) van de auto zit.
Wat moet je doen?
Wanneer dit lampje brandt werken de remmen nog wel, maar is het wel belangrijk om het ABS-systeem op korte termijn te laten controleren en te laten repareren in het geval dit niet meer goed werkt op kapot is.

Gaat branden wanneer:
De automatische ruitenwisserstand geactiveerd is wanneer het regent.
Wat moet je doen?
Wanneer je de automatische ruitenwisserstand uitschakeld moet het lampje ook stoppen met branden. Mocht dit niet het geval zijn kun je dit laten checken bij je dealer.

Gaat branden wanneer:
Het start-stop systeem van je auto wordt geactiveerd. Het systeem wordt geactiveerd zodra je stilstaat en schakelt de motor tijdelijk uit om brandstof te besparen en de uitstoot van schadelijke stoffen te verminderen. Zodra je het gaspedaal weer indrukt wordt de motor weer ingeschakeld zodat je verder kunt rijden.   
Wat moet je doen?
Mocht het start-stop systeem van je auto problemen geven of niet goed werken adviseren we om dit na te laten kijken door je dealer.

Gaat branden wanneer:
De bandenspanning van je autobanden te laag is of je een lekke band hebt.
Wat moet je doen?
Breng je banden weer op de juiste bandenspanning bij een tankstation of de Volkswagen Bedrijfswagens dealer. Mocht je band lek zijn, laat deze dan repareren of vervangen.

Gaat branden wanneer:
De bergrem functie van je auto is ingeschakeld. Dit systeem is ontworpen om de auto te helpen bij het afdalen van steile hellingen zonder dat de bestuurder voortdurend het rempedaal hoeft in te drukken.  
Wat moet je doen?
Schakel het bergrem systeem weer uit door op de knop te drukken. Mocht het lampje blijven branden en het systeem niet uitschakelen kun je dit laten checken bij je dealer.

Gaat branden wanneer:
Het brandstofniveau van je auto aan de lage kant is.
Wat moet je doen?
Rijd zo snel mogelijk naar het dichtsbijzijnde tankstation toe om de brandstoftank van je auto weer bij te tanken.

Gaat branden wanneer:
De noodloop van je auto is ingeschakeld en je minder vermogen ervaart. Er kunnen verschillende soorten problemen zijn met het brandstofsysteem van je auto, die vaak niet zelf zijn op te lossen. Het branden van dit lampje gaat vaak gepaard met een tandwieltje met een uitroepteken.
Wat moet je doen?
Ga zo snel mogelijk naar je dichtsbijzijnde Volkswagen Bedrijfswagens dealer om het probleem na te laten kijken en te verhelpen.

Gaat branden wanneer:
De buitentemperatuur lager is dan 4 graden.
Wat moet je doen?
Wees je ervan bewust dat het mogelijk glad kan zijn op de weg wanneer dit lampje brandt. Wanneer de temperatuur weer boven de 4 graden komt, zou het lampje moeten stoppen met branden.

Gaat branden wanneer:
De dodehoekmonitor van je auto is uitgeschakeld. Dit systeem waarschuwt je als bestuurder voor voertuigen die zich in de dode hoek van de auto bevinden en dus niet direct zichtbaar zijn. 
Wat moet je doen?
Het lampje stopt met branden zodra je dodehoekmonitor van de auto weer inschakeld is. 

Gaat branden wanneer:
Er een storing is ontstaan in een elektrisch onderdeel van de auto. Bij een dergelijke storing kan het zijn dat je auto niet of niet goed meer werkt.
Wat moet je doen?
Neem contact op met je Volkswagen Bedrijfswagens dealer zodat zij de oorzaak van het probleem kunnen achterhalen en het mogelijke defect kunnen repareren.

Gaat branden wanneer:
Er kans is op gladheid op de weg. Dit lampje brandt vaak in combinatie met het sneeuwvlokje dat gaat branden wanneer de buitentemperatuur lager is dan 4 graden.
Wat moet je doen?
Zorg ervoor dat je extra voorzichtig rijdt, zeker in het geval je nog niet op winterbanden rijdt.

Gaat branden wanneer:
Je de koplampen van de auto naar beneden wilt afstellen. Het is aan te raden de hoogte van de koplampen aan te passen wanneer je auto zwaar beladen is. De kans wordt daardoor kleiner dat je tegenliggers verblindt.
Wat moet je doen?
De koplampen zijn af te stellen met de knop waarop dit teken zichtbaar is.

Gaat branden wanneer:
De motor als gevolg van de inschakeling van het start-stop is uitgeschakeld.
Wat moet je doen?
Zodra je de koppeling weer intrapt gaat het lampje weer uit en zal de motor van de auto weer worden ingeschakeld.

Gaat branden wanneer:
De automatische systemen voor het licht en de ruitenwissers niet meer werken. De sensoren die verantwoordelijk zijn voor het detecteren van regen en het automatisch in- of uitschakelen van de ruitenwissers en koplampen, lijken een storing te hebben of zijn kapot. Deze sensoren meten ook de lichtintensiteit buiten de auto om te bepalen of de lampen aan of uit moeten zijn.
Wat moet je doen?
Neem contact op met je Volkswagen Bedrijfswagens dealer om de storing te laten onderzoeken en te verhelpen.

Gaat branden wanneer:
Het luchtfilter van je auto vies of verstopt is. In geval het luchtfilter niet goed meer werkt krijgt de motor geen optimale luchttoevoer. Dit kan als gevolg hebben dat het vermogen van je auto afneemt of er schade ontstaat.
Wat moet je doen?
Laat het luchtfilter zo snel mogelijk vervangen voor je Volkswagen Bedrijfswagens dealer.

Gaat branden wanneer:
Er een storing aanwezig is in de luchtvering van de auto. Dit lampje kan uiteraard alleen verschijnen bij auto's die over luchtvering beschikken.
Wat moet je doen?
Ga naar de dichtstbijzijnde Volkswagen Bedrijfswagens dealer om je auto na te laten kijken om het probleem van de storing te achterhalen en te verhelpen.

Gaat branden wanneer:
De mistverlichting aan de achterzijde van je auto is ingeschakeld. De mistverlichting aan de achterzijde van je auto mag alleen worden ingeschakeld wanneer het zicht minder is dan 50 meter en mag niet gebruikt worden bij regen.
Wat moet je doen?
Schakel de mistverlichting weer uit wanneer de mist verdwenen is en het zicht is verbeterd.

Gaat branden wanneer:
Er een probleem is ontstaan met de elektronica of het motormanagement. Soms gaat het motorstoringslampje aan zonder dat er duidelijke symptomen zijn. In andere gevallen kunnen symptomen optreden, zoals slecht presterende motor, onregelmatige stationair draaien, haperingen of stotteren tijdens het rijden, of vermindering van de acceleratie. 
Wat moet je doen?
Controleer direct de stand van de motorolie en de koelvloeistof. Knippert het lampje, dan moet je de auto direct stopzetten en op een veilige plek parkeren. De oorzaak van de storing kan door de Volkswagen Bedrijfswagens dealer achterhaalt worden door gebruik te maken van een diagnoseapparaat om de auto uit te lezen.

Gaat branden wanneer:
De noodloop van de auto is geactiveerd. Dit is een veiligheidsfunctie die automatisch wordt geactiveerd wanneer er een probleem is met het motorcontrolesysteem of de transmissie van de auto. Wanneer de auto in noodloop staat kan je niet meer hard rijden vanwege laag vermogen en voorkomt daarmee schade aan de motor of transmissie.
Wat moet je doen?
Neem zo snel mogelijk contact op met je Volkswagen Bedrijfswagens dealer om de oorzaak van het probleem te laten achterhalen en het probleem te verhelpen.

Gaat branden wanneer:
De parkeersensoren van de auto zijn ingeschakeld. Veel moderne auto's beschikken tegenwoordig over parkeersensoren, die je ondersteunen bij het parkeren. Door middel van een pieptoon en / of een camera geven de sensoren aan hoeveel ruimte je nog hebt bij het parkeren.
Wat moet je doen?
Het lampje stopt met branden wanneer de parkeersensoren weer uitgeschakeld zijn.

Gaat branden wanneer:
De regensensor van je auto regen detecteert en de ruitenwissers automatisch worden ingeschakeld. De gevoeligheid van de sensor kan zelf worden ingesteld. Dit kun je doen met het waterdruppels knopje op de ruitenwissel hendel.
Wat moet je doen?
Wanneer de regensensor wordt uitgeschakeld verdwijnt het lampje.

Gaat branden wanneer:
De remblokken van je auto zijn versleten.
Wat moet je doen?
Laat de remblokken van je auto zo snel mogelijk vervangen door de Volkswagen Bedrijfswagens dealer wanneer dit lampje brandt. Rijden met versleten remblokken is gevaarlijk, omdat je auto met daarmee niet goed meer kan remmen.

Gaat branden wanneer:
Er een storing aanwezig is in de remlichten van de auto. Het remlicht werkt niet goed meer en is toe aan vervanging.
Wat moet je doen?
Vervang eventueel zelf je remlicht of kom langs bij je Volkswagen Bedrijfswagens dealer om je remlicht te laten vervangen.

Gaat branden wanneer:
De uitlaat van je auto verstopt of kapot is. Een roetfilter is alleen aanwezig in auto's met een dieselmotor. Wanneer dit lampje brandt voldoet je auto mogelijk niet meer aan de milieueisen, waardoor je een flinke boete riskeert. Daarnaast kan het roetfilter of de motor beschadigen wanneer je blijft doorrijden wanneer dit lampje brandt.
Wat moet je doen?
Laat je auto zo snel mogelijk nakijken bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om het probleem te laten verhelpen.

Gaat branden wanneer:
Het niveau van ruitensproeiervloeistof laag is en moet worden bijgevuld.
Wat moet je doen?
Wanneer je de ruitensproeiervloeistof weer bijvult moet dit lampje stoppen met branden.

Gaat branden wanneer:
Er een storing aanwezig is in de vering of de schokdempers van je auto.
Wat moet je doen?
Ga zo snel mogelijk langs bij je dichtstbijzijnde Volkswagen Bedrijfswagens dealer om deze storing na te laten kijken.

Gaat branden wanneer:
Er geen sleutel in de auto kan worden gedetecteerd. Bepaalde auto's zijn uitgerust met keyless entry en / of keyless go. Deze melding betekent niet dat de auto niet meer kan rijden.
Wat moet je doen?
Zodra de sleutel weer wordt gedetecteerd door de auto stop dit lampje met branden.

Gaat branden wanneer:
De snelheidsbegrenzer van de auto is ingeschakeld. Wanneer je dit systeem aanzet stel je zelf de maximun snelheid in wanneer het systeem moet ingrijpen.
Wat moet je doen?
Dit lampje stopt met branden zodra je de snelheidsbegrenzer weer uitschakelt.

Gaat branden wanneer:
De standkachel in de auto ingeschakeld is.
Wat moet je doen?
Het lampje stopt met branden wanneer je de standkachel in de auto weer uitschakelt.

Gaat branden wanneer:
De stoelverwarming van één of meerdere stoelen in de auto ingeschakeld.
Wat moet je doen?
Dit lampje stopt weer met branden zodra je de stoelverwarming van één of meerdere stoelen weer uitschakeld.

Gaat branden wanneer:
De stuurverwarming in de auto is ingeschakeld.
Wat moet je doen?
Dit lampje stopt met branden zodra de stuurverwarming weer uitgeschakeld wordt.

Gaat branden wanneer:
Er een probleem is met de verlichting van je auto. Het lampje geeft niet precies aan wat of waar het probleem zich voordoet. In veel gevallen gaat het om een kapotte lamp of achterlicht.
Wat moet je doen?
Omdat het lampje niet precies aangeeft wat of waar het probleem is zul je buiten de auto moeten kijken waar het eventuele probleem zich voordoet. Mocht één van je lampen kapot zijn, dan kun je dit vaak prima zelf vervangen. Uiteraard kun je hiervoor ook langskomen bij je Volkswagen Bedrijfswagens dealer. 

Gaat branden wanneer:
De dieselmotor van je auto nog koud is en je de sleutel deels omgedraaid hebt. Zodra het lampje uitgaat kun je de auto starten. Voorgloeien van de motor is alleen nodig wanneer de buitentemperatuur onder de 8 graden is.
Wat moet je doen?
Mocht dit lampje gaan branden tijdens het rijden, dan is er waarschijnlijk een storing en moet je de auto laten controleren bij je Volkswagen Bedrijfswagens dealer.

Gaat branden wanneer:
De voorruitontwasemer van je auto is ingeschakeld. Dit systeem zorgt dat de voorruit niet beslaat tijdens het rijden. Dit systeem werkt door warme lucht tegen de binnenkant van de voorruit te blazen, waardoor de temperatuur van de ruit stijgt en er geen condensatie optreedt.
Wat moet je doen?
Wanneer je de voorruitontwasemer weer uitschakeld, stopt het lampje met branden.

Gaat branden wanneer:
Er water of te veel water in het brandstoffilter van je auto zit. Dit kan gebeuren als gevolg van condensatie in de brandstoftank of door het tanken van vervuilde brandstof.
Wat moet je doen?
Laat je auto zo snel mogelijk controleren door je dealer wanneer dit lampje blijft branden of gaat branden terwijl je aan het rijden bent. Het is mogelijk dat het brandstoffilter te veel water bevat en vervangen moet worden.

Gaat branden wanneer:
Bij een actieradius van 1.000 kilometer verandert de AdBlue waarschuwing, en wordt deze oranje. Je wordt nu iedere 50 kilometer gewaarschuwd door een geluidssignaal.
Wat moet je doen?
Je auto is niet defect, maar de AdBlue-tank moet snel bijgevuld worden. Kom langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om AdBlue bij te laten vullen.

Gaat branden wanneer:
Er een storing is opgetreden in de aandrijflijn van de auto. De motor loopt nog wel, maar heeft in dit geval minder vermogen.
Wat moet je doen?
In het geval dit lampje brandt is het verstandig niet hard op te trekken of abrupt te remmen. Kom langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om de motor uit te laten lezen en te controleren wat het probleem is.

Gaat branden wanneer:
De auto wordt gestart. De aandrijf- of stabiliteitsregeling van je voertuig is een geavanceerd systeem dat is ontworpen om de tractie en stabiliteit van je auto te verbeteren tijdens het rijden. Het systeem zorgt ervoor dat je auto altijd grip op de weg heeft en stabiel blijft, vooral in moeilijke rijomstandigheden.
Wat moet je doen?
Wanneer dit lampje niet kort knippert nadat je de auto hebt gestart is het aan te raden je auto te laten nakijken bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer.
 

Gaat branden wanneer:
De actieradius van een elektrische auto laag is. Dit waarschuwingslampje is dan ook alleen in elektrische auto's te vinden.
Wat moet je doen?
Laad de accu van je elektrische auto weer op bij het dichtsbijzijnde laapdunt. Blijft het lampje branden nadat je de accu hebt opgeladen adviseren we contact op te nemen met je dealer om dit te laten checken.

Gaat branden wanneer:
De achterruitverwarming van je auto is ingeschakeld.
Wat moet je doen?
Zet de achterruitverwarming uit om het lampje uit te schakelen. Ga langs bij de dealer wanneer het lampje blijft branden als de achterruitverwarming niet meer aan staat of niet uit wil.

Gaat branden wanneer:
Er een storing in het antiblokeersysteem (ABS) van de auto zit.
Wat moet je doen?
Wanneer dit lampje brandt werken de remmen nog wel, maar is het wel belangrijk om het ABS-systeem op korte termijn te laten controleren en te laten repareren in het geval dit niet meer goed werkt op kapot is.

Gaat branden wanneer:
De automatische ruitenwisserstand geactiveerd is wanneer het regent.
Wat moet je doen?
Wanneer je de automatische ruitenwisserstand uitschakeld moet het lampje ook stoppen met branden. Mocht dit niet het geval zijn kun je dit laten checken bij je dealer.

Gaat branden wanneer:
Het start-stop systeem van je auto wordt geactiveerd. Het systeem wordt geactiveerd zodra je stilstaat en schakelt de motor tijdelijk uit om brandstof te besparen en de uitstoot van schadelijke stoffen te verminderen. Zodra je het gaspedaal weer indrukt wordt de motor weer ingeschakeld zodat je verder kunt rijden.   
Wat moet je doen?
Mocht het start-stop systeem van je auto problemen geven of niet goed werken adviseren we om dit na te laten kijken door je dealer.

Gaat branden wanneer:
De bandenspanning van je autobanden te laag is of je een lekke band hebt.
Wat moet je doen?
Breng je banden weer op de juiste bandenspanning bij een tankstation of de Volkswagen Bedrijfswagens dealer. Mocht je band lek zijn, laat deze dan repareren of vervangen.

Gaat branden wanneer:
De bergrem functie van je auto is ingeschakeld. Dit systeem is ontworpen om de auto te helpen bij het afdalen van steile hellingen zonder dat de bestuurder voortdurend het rempedaal hoeft in te drukken.  
Wat moet je doen?
Schakel het bergrem systeem weer uit door op de knop te drukken. Mocht het lampje blijven branden en het systeem niet uitschakelen kun je dit laten checken bij je dealer.

Gaat branden wanneer:
Het brandstofniveau van je auto aan de lage kant is.
Wat moet je doen?
Rijd zo snel mogelijk naar het dichtsbijzijnde tankstation toe om de brandstoftank van je auto weer bij te tanken.

Gaat branden wanneer:
De noodloop van je auto is ingeschakeld en je minder vermogen ervaart. Er kunnen verschillende soorten problemen zijn met het brandstofsysteem van je auto, die vaak niet zelf zijn op te lossen. Het branden van dit lampje gaat vaak gepaard met een tandwieltje met een uitroepteken.
Wat moet je doen?
Ga zo snel mogelijk naar je dichtsbijzijnde Volkswagen Bedrijfswagens dealer om het probleem na te laten kijken en te verhelpen.

Gaat branden wanneer:
De buitentemperatuur lager is dan 4 graden.
Wat moet je doen?
Wees je ervan bewust dat het mogelijk glad kan zijn op de weg wanneer dit lampje brandt. Wanneer de temperatuur weer boven de 4 graden komt, zou het lampje moeten stoppen met branden.

Gaat branden wanneer:
De dodehoekmonitor van je auto is uitgeschakeld. Dit systeem waarschuwt je als bestuurder voor voertuigen die zich in de dode hoek van de auto bevinden en dus niet direct zichtbaar zijn. 
Wat moet je doen?
Het lampje stopt met branden zodra je dodehoekmonitor van de auto weer inschakeld is. 

Gaat branden wanneer:
Er een storing is ontstaan in een elektrisch onderdeel van de auto. Bij een dergelijke storing kan het zijn dat je auto niet of niet goed meer werkt.
Wat moet je doen?
Neem contact op met je Volkswagen Bedrijfswagens dealer zodat zij de oorzaak van het probleem kunnen achterhalen en het mogelijke defect kunnen repareren.

Gaat branden wanneer:
Er kans is op gladheid op de weg. Dit lampje brandt vaak in combinatie met het sneeuwvlokje dat gaat branden wanneer de buitentemperatuur lager is dan 4 graden.
Wat moet je doen?
Zorg ervoor dat je extra voorzichtig rijdt, zeker in het geval je nog niet op winterbanden rijdt.

Gaat branden wanneer:
Je de koplampen van de auto naar beneden wilt afstellen. Het is aan te raden de hoogte van de koplampen aan te passen wanneer je auto zwaar beladen is. De kans wordt daardoor kleiner dat je tegenliggers verblindt.
Wat moet je doen?
De koplampen zijn af te stellen met de knop waarop dit teken zichtbaar is.

Gaat branden wanneer:
De motor als gevolg van de inschakeling van het start-stop is uitgeschakeld.
Wat moet je doen?
Zodra je de koppeling weer intrapt gaat het lampje weer uit en zal de motor van de auto weer worden ingeschakeld.

Gaat branden wanneer:
De automatische systemen voor het licht en de ruitenwissers niet meer werken. De sensoren die verantwoordelijk zijn voor het detecteren van regen en het automatisch in- of uitschakelen van de ruitenwissers en koplampen, lijken een storing te hebben of zijn kapot. Deze sensoren meten ook de lichtintensiteit buiten de auto om te bepalen of de lampen aan of uit moeten zijn.
Wat moet je doen?
Neem contact op met je Volkswagen Bedrijfswagens dealer om de storing te laten onderzoeken en te verhelpen.

Gaat branden wanneer:
Het luchtfilter van je auto vies of verstopt is. In geval het luchtfilter niet goed meer werkt krijgt de motor geen optimale luchttoevoer. Dit kan als gevolg hebben dat het vermogen van je auto afneemt of er schade ontstaat.
Wat moet je doen?
Laat het luchtfilter zo snel mogelijk vervangen voor je Volkswagen Bedrijfswagens dealer.

Gaat branden wanneer:
Er een storing aanwezig is in de luchtvering van de auto. Dit lampje kan uiteraard alleen verschijnen bij auto's die over luchtvering beschikken.
Wat moet je doen?
Ga naar de dichtstbijzijnde Volkswagen Bedrijfswagens dealer om je auto na te laten kijken om het probleem van de storing te achterhalen en te verhelpen.

Gaat branden wanneer:
De mistverlichting aan de achterzijde van je auto is ingeschakeld. De mistverlichting aan de achterzijde van je auto mag alleen worden ingeschakeld wanneer het zicht minder is dan 50 meter en mag niet gebruikt worden bij regen.
Wat moet je doen?
Schakel de mistverlichting weer uit wanneer de mist verdwenen is en het zicht is verbeterd.

Gaat branden wanneer:
Er een probleem is ontstaan met de elektronica of het motormanagement. Soms gaat het motorstoringslampje aan zonder dat er duidelijke symptomen zijn. In andere gevallen kunnen symptomen optreden, zoals slecht presterende motor, onregelmatige stationair draaien, haperingen of stotteren tijdens het rijden, of vermindering van de acceleratie. 
Wat moet je doen?
Controleer direct de stand van de motorolie en de koelvloeistof. Knippert het lampje, dan moet je de auto direct stopzetten en op een veilige plek parkeren. De oorzaak van de storing kan door de Volkswagen Bedrijfswagens dealer achterhaalt worden door gebruik te maken van een diagnoseapparaat om de auto uit te lezen.

Gaat branden wanneer:
De noodloop van de auto is geactiveerd. Dit is een veiligheidsfunctie die automatisch wordt geactiveerd wanneer er een probleem is met het motorcontrolesysteem of de transmissie van de auto. Wanneer de auto in noodloop staat kan je niet meer hard rijden vanwege laag vermogen en voorkomt daarmee schade aan de motor of transmissie.
Wat moet je doen?
Neem zo snel mogelijk contact op met je Volkswagen Bedrijfswagens dealer om de oorzaak van het probleem te laten achterhalen en het probleem te verhelpen.

Gaat branden wanneer:
De parkeersensoren van de auto zijn ingeschakeld. Veel moderne auto's beschikken tegenwoordig over parkeersensoren, die je ondersteunen bij het parkeren. Door middel van een pieptoon en / of een camera geven de sensoren aan hoeveel ruimte je nog hebt bij het parkeren.
Wat moet je doen?
Het lampje stopt met branden wanneer de parkeersensoren weer uitgeschakeld zijn.

Gaat branden wanneer:
De regensensor van je auto regen detecteert en de ruitenwissers automatisch worden ingeschakeld. De gevoeligheid van de sensor kan zelf worden ingesteld. Dit kun je doen met het waterdruppels knopje op de ruitenwissel hendel.
Wat moet je doen?
Wanneer de regensensor wordt uitgeschakeld verdwijnt het lampje.

Gaat branden wanneer:
De remblokken van je auto zijn versleten.
Wat moet je doen?
Laat de remblokken van je auto zo snel mogelijk vervangen door de Volkswagen Bedrijfswagens dealer wanneer dit lampje brandt. Rijden met versleten remblokken is gevaarlijk, omdat je auto met daarmee niet goed meer kan remmen.

Gaat branden wanneer:
Er een storing aanwezig is in de remlichten van de auto. Het remlicht werkt niet goed meer en is toe aan vervanging.
Wat moet je doen?
Vervang eventueel zelf je remlicht of kom langs bij je Volkswagen Bedrijfswagens dealer om je remlicht te laten vervangen.

Gaat branden wanneer:
De uitlaat van je auto verstopt of kapot is. Een roetfilter is alleen aanwezig in auto's met een dieselmotor. Wanneer dit lampje brandt voldoet je auto mogelijk niet meer aan de milieueisen, waardoor je een flinke boete riskeert. Daarnaast kan het roetfilter of de motor beschadigen wanneer je blijft doorrijden wanneer dit lampje brandt.
Wat moet je doen?
Laat je auto zo snel mogelijk nakijken bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om het probleem te laten verhelpen.

Gaat branden wanneer:
Het niveau van ruitensproeiervloeistof laag is en moet worden bijgevuld.
Wat moet je doen?
Wanneer je de ruitensproeiervloeistof weer bijvult moet dit lampje stoppen met branden.

Gaat branden wanneer:
Er een storing aanwezig is in de vering of de schokdempers van je auto.
Wat moet je doen?
Ga zo snel mogelijk langs bij je dichtstbijzijnde Volkswagen Bedrijfswagens dealer om deze storing na te laten kijken.

Gaat branden wanneer:
Er geen sleutel in de auto kan worden gedetecteerd. Bepaalde auto's zijn uitgerust met keyless entry en / of keyless go. Deze melding betekent niet dat de auto niet meer kan rijden.
Wat moet je doen?
Zodra de sleutel weer wordt gedetecteerd door de auto stop dit lampje met branden.

Gaat branden wanneer:
De snelheidsbegrenzer van de auto is ingeschakeld. Wanneer je dit systeem aanzet stel je zelf de maximun snelheid in wanneer het systeem moet ingrijpen.
Wat moet je doen?
Dit lampje stopt met branden zodra je de snelheidsbegrenzer weer uitschakelt.

Gaat branden wanneer:
De standkachel in de auto ingeschakeld is.
Wat moet je doen?
Het lampje stopt met branden wanneer je de standkachel in de auto weer uitschakelt.

Gaat branden wanneer:
De stoelverwarming van één of meerdere stoelen in de auto ingeschakeld.
Wat moet je doen?
Dit lampje stopt weer met branden zodra je de stoelverwarming van één of meerdere stoelen weer uitschakeld.

Gaat branden wanneer:
De stuurverwarming in de auto is ingeschakeld.
Wat moet je doen?
Dit lampje stopt met branden zodra de stuurverwarming weer uitgeschakeld wordt.

Gaat branden wanneer:
Er een probleem is met de verlichting van je auto. Het lampje geeft niet precies aan wat of waar het probleem zich voordoet. In veel gevallen gaat het om een kapotte lamp of achterlicht.
Wat moet je doen?
Omdat het lampje niet precies aangeeft wat of waar het probleem is zul je buiten de auto moeten kijken waar het eventuele probleem zich voordoet. Mocht één van je lampen kapot zijn, dan kun je dit vaak prima zelf vervangen. Uiteraard kun je hiervoor ook langskomen bij je Volkswagen Bedrijfswagens dealer. 

Gaat branden wanneer:
De dieselmotor van je auto nog koud is en je de sleutel deels omgedraaid hebt. Zodra het lampje uitgaat kun je de auto starten. Voorgloeien van de motor is alleen nodig wanneer de buitentemperatuur onder de 8 graden is.
Wat moet je doen?
Mocht dit lampje gaan branden tijdens het rijden, dan is er waarschijnlijk een storing en moet je de auto laten controleren bij je Volkswagen Bedrijfswagens dealer.

Gaat branden wanneer:
De voorruitontwasemer van je auto is ingeschakeld. Dit systeem zorgt dat de voorruit niet beslaat tijdens het rijden. Dit systeem werkt door warme lucht tegen de binnenkant van de voorruit te blazen, waardoor de temperatuur van de ruit stijgt en er geen condensatie optreedt.
Wat moet je doen?
Wanneer je de voorruitontwasemer weer uitschakeld, stopt het lampje met branden.

Gaat branden wanneer:
Er water of te veel water in het brandstoffilter van je auto zit. Dit kan gebeuren als gevolg van condensatie in de brandstoftank of door het tanken van vervuilde brandstof.
Wat moet je doen?
Laat je auto zo snel mogelijk controleren door je dealer wanneer dit lampje blijft branden of gaat branden terwijl je aan het rijden bent. Het is mogelijk dat het brandstoffilter te veel water bevat en vervangen moet worden.

Gaat branden wanneer:
Bij een actieradius van 1.000 kilometer verandert de AdBlue waarschuwing, en wordt deze oranje. Je wordt nu iedere 50 kilometer gewaarschuwd door een geluidssignaal.
Wat moet je doen?
Je auto is niet defect, maar de AdBlue-tank moet snel bijgevuld worden. Kom langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om AdBlue bij te laten vullen.

Gaat branden wanneer:
Er een storing is opgetreden in de aandrijflijn van de auto. De motor loopt nog wel, maar heeft in dit geval minder vermogen.
Wat moet je doen?
In het geval dit lampje brandt is het verstandig niet hard op te trekken of abrupt te remmen. Kom langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om de motor uit te laten lezen en te controleren wat het probleem is.

Gaat branden wanneer:
De auto wordt gestart. De aandrijf- of stabiliteitsregeling van je voertuig is een geavanceerd systeem dat is ontworpen om de tractie en stabiliteit van je auto te verbeteren tijdens het rijden. Het systeem zorgt ervoor dat je auto altijd grip op de weg heeft en stabiel blijft, vooral in moeilijke rijomstandigheden.
Wat moet je doen?
Wanneer dit lampje niet kort knippert nadat je de auto hebt gestart is het aan te raden je auto te laten nakijken bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer.
 

Gaat branden wanneer:
De actieradius van een elektrische auto laag is. Dit waarschuwingslampje is dan ook alleen in elektrische auto's te vinden.
Wat moet je doen?
Laad de accu van je elektrische auto weer op bij het dichtsbijzijnde laapdunt. Blijft het lampje branden nadat je de accu hebt opgeladen adviseren we contact op te nemen met je dealer om dit te laten checken.

Gaat branden wanneer:
De achterruitverwarming van je auto is ingeschakeld.
Wat moet je doen?
Zet de achterruitverwarming uit om het lampje uit te schakelen. Ga langs bij de dealer wanneer het lampje blijft branden als de achterruitverwarming niet meer aan staat of niet uit wil.

Gaat branden wanneer:
Er een storing in het antiblokeersysteem (ABS) van de auto zit.
Wat moet je doen?
Wanneer dit lampje brandt werken de remmen nog wel, maar is het wel belangrijk om het ABS-systeem op korte termijn te laten controleren en te laten repareren in het geval dit niet meer goed werkt op kapot is.

Gaat branden wanneer:
De automatische ruitenwisserstand geactiveerd is wanneer het regent.
Wat moet je doen?
Wanneer je de automatische ruitenwisserstand uitschakeld moet het lampje ook stoppen met branden. Mocht dit niet het geval zijn kun je dit laten checken bij je dealer.

Gaat branden wanneer:
Het start-stop systeem van je auto wordt geactiveerd. Het systeem wordt geactiveerd zodra je stilstaat en schakelt de motor tijdelijk uit om brandstof te besparen en de uitstoot van schadelijke stoffen te verminderen. Zodra je het gaspedaal weer indrukt wordt de motor weer ingeschakeld zodat je verder kunt rijden.   
Wat moet je doen?
Mocht het start-stop systeem van je auto problemen geven of niet goed werken adviseren we om dit na te laten kijken door je dealer.

Gaat branden wanneer:
De bandenspanning van je autobanden te laag is of je een lekke band hebt.
Wat moet je doen?
Breng je banden weer op de juiste bandenspanning bij een tankstation of de Volkswagen Bedrijfswagens dealer. Mocht je band lek zijn, laat deze dan repareren of vervangen.

Gaat branden wanneer:
De bergrem functie van je auto is ingeschakeld. Dit systeem is ontworpen om de auto te helpen bij het afdalen van steile hellingen zonder dat de bestuurder voortdurend het rempedaal hoeft in te drukken.  
Wat moet je doen?
Schakel het bergrem systeem weer uit door op de knop te drukken. Mocht het lampje blijven branden en het systeem niet uitschakelen kun je dit laten checken bij je dealer.

Gaat branden wanneer:
Het brandstofniveau van je auto aan de lage kant is.
Wat moet je doen?
Rijd zo snel mogelijk naar het dichtsbijzijnde tankstation toe om de brandstoftank van je auto weer bij te tanken.

Gaat branden wanneer:
De noodloop van je auto is ingeschakeld en je minder vermogen ervaart. Er kunnen verschillende soorten problemen zijn met het brandstofsysteem van je auto, die vaak niet zelf zijn op te lossen. Het branden van dit lampje gaat vaak gepaard met een tandwieltje met een uitroepteken.
Wat moet je doen?
Ga zo snel mogelijk naar je dichtsbijzijnde Volkswagen Bedrijfswagens dealer om het probleem na te laten kijken en te verhelpen.

Gaat branden wanneer:
De buitentemperatuur lager is dan 4 graden.
Wat moet je doen?
Wees je ervan bewust dat het mogelijk glad kan zijn op de weg wanneer dit lampje brandt. Wanneer de temperatuur weer boven de 4 graden komt, zou het lampje moeten stoppen met branden.

Gaat branden wanneer:
De dodehoekmonitor van je auto is uitgeschakeld. Dit systeem waarschuwt je als bestuurder voor voertuigen die zich in de dode hoek van de auto bevinden en dus niet direct zichtbaar zijn. 
Wat moet je doen?
Het lampje stopt met branden zodra je dodehoekmonitor van de auto weer inschakeld is. 

Gaat branden wanneer:
Er een storing is ontstaan in een elektrisch onderdeel van de auto. Bij een dergelijke storing kan het zijn dat je auto niet of niet goed meer werkt.
Wat moet je doen?
Neem contact op met je Volkswagen Bedrijfswagens dealer zodat zij de oorzaak van het probleem kunnen achterhalen en het mogelijke defect kunnen repareren.

Gaat branden wanneer:
Er kans is op gladheid op de weg. Dit lampje brandt vaak in combinatie met het sneeuwvlokje dat gaat branden wanneer de buitentemperatuur lager is dan 4 graden.
Wat moet je doen?
Zorg ervoor dat je extra voorzichtig rijdt, zeker in het geval je nog niet op winterbanden rijdt.

Gaat branden wanneer:
Je de koplampen van de auto naar beneden wilt afstellen. Het is aan te raden de hoogte van de koplampen aan te passen wanneer je auto zwaar beladen is. De kans wordt daardoor kleiner dat je tegenliggers verblindt.
Wat moet je doen?
De koplampen zijn af te stellen met de knop waarop dit teken zichtbaar is.

Gaat branden wanneer:
De motor als gevolg van de inschakeling van het start-stop is uitgeschakeld.
Wat moet je doen?
Zodra je de koppeling weer intrapt gaat het lampje weer uit en zal de motor van de auto weer worden ingeschakeld.

Gaat branden wanneer:
De automatische systemen voor het licht en de ruitenwissers niet meer werken. De sensoren die verantwoordelijk zijn voor het detecteren van regen en het automatisch in- of uitschakelen van de ruitenwissers en koplampen, lijken een storing te hebben of zijn kapot. Deze sensoren meten ook de lichtintensiteit buiten de auto om te bepalen of de lampen aan of uit moeten zijn.
Wat moet je doen?
Neem contact op met je Volkswagen Bedrijfswagens dealer om de storing te laten onderzoeken en te verhelpen.

Gaat branden wanneer:
Het luchtfilter van je auto vies of verstopt is. In geval het luchtfilter niet goed meer werkt krijgt de motor geen optimale luchttoevoer. Dit kan als gevolg hebben dat het vermogen van je auto afneemt of er schade ontstaat.
Wat moet je doen?
Laat het luchtfilter zo snel mogelijk vervangen voor je Volkswagen Bedrijfswagens dealer.

Gaat branden wanneer:
Er een storing aanwezig is in de luchtvering van de auto. Dit lampje kan uiteraard alleen verschijnen bij auto's die over luchtvering beschikken.
Wat moet je doen?
Ga naar de dichtstbijzijnde Volkswagen Bedrijfswagens dealer om je auto na te laten kijken om het probleem van de storing te achterhalen en te verhelpen.

Gaat branden wanneer:
De mistverlichting aan de achterzijde van je auto is ingeschakeld. De mistverlichting aan de achterzijde van je auto mag alleen worden ingeschakeld wanneer het zicht minder is dan 50 meter en mag niet gebruikt worden bij regen.
Wat moet je doen?
Schakel de mistverlichting weer uit wanneer de mist verdwenen is en het zicht is verbeterd.

Gaat branden wanneer:
Er een probleem is ontstaan met de elektronica of het motormanagement. Soms gaat het motorstoringslampje aan zonder dat er duidelijke symptomen zijn. In andere gevallen kunnen symptomen optreden, zoals slecht presterende motor, onregelmatige stationair draaien, haperingen of stotteren tijdens het rijden, of vermindering van de acceleratie. 
Wat moet je doen?
Controleer direct de stand van de motorolie en de koelvloeistof. Knippert het lampje, dan moet je de auto direct stopzetten en op een veilige plek parkeren. De oorzaak van de storing kan door de Volkswagen Bedrijfswagens dealer achterhaalt worden door gebruik te maken van een diagnoseapparaat om de auto uit te lezen.

Gaat branden wanneer:
De noodloop van de auto is geactiveerd. Dit is een veiligheidsfunctie die automatisch wordt geactiveerd wanneer er een probleem is met het motorcontrolesysteem of de transmissie van de auto. Wanneer de auto in noodloop staat kan je niet meer hard rijden vanwege laag vermogen en voorkomt daarmee schade aan de motor of transmissie.
Wat moet je doen?
Neem zo snel mogelijk contact op met je Volkswagen Bedrijfswagens dealer om de oorzaak van het probleem te laten achterhalen en het probleem te verhelpen.

Gaat branden wanneer:
De parkeersensoren van de auto zijn ingeschakeld. Veel moderne auto's beschikken tegenwoordig over parkeersensoren, die je ondersteunen bij het parkeren. Door middel van een pieptoon en / of een camera geven de sensoren aan hoeveel ruimte je nog hebt bij het parkeren.
Wat moet je doen?
Het lampje stopt met branden wanneer de parkeersensoren weer uitgeschakeld zijn.

Gaat branden wanneer:
De regensensor van je auto regen detecteert en de ruitenwissers automatisch worden ingeschakeld. De gevoeligheid van de sensor kan zelf worden ingesteld. Dit kun je doen met het waterdruppels knopje op de ruitenwissel hendel.
Wat moet je doen?
Wanneer de regensensor wordt uitgeschakeld verdwijnt het lampje.

Gaat branden wanneer:
De remblokken van je auto zijn versleten.
Wat moet je doen?
Laat de remblokken van je auto zo snel mogelijk vervangen door de Volkswagen Bedrijfswagens dealer wanneer dit lampje brandt. Rijden met versleten remblokken is gevaarlijk, omdat je auto met daarmee niet goed meer kan remmen.

Gaat branden wanneer:
Er een storing aanwezig is in de remlichten van de auto. Het remlicht werkt niet goed meer en is toe aan vervanging.
Wat moet je doen?
Vervang eventueel zelf je remlicht of kom langs bij je Volkswagen Bedrijfswagens dealer om je remlicht te laten vervangen.

Gaat branden wanneer:
De uitlaat van je auto verstopt of kapot is. Een roetfilter is alleen aanwezig in auto's met een dieselmotor. Wanneer dit lampje brandt voldoet je auto mogelijk niet meer aan de milieueisen, waardoor je een flinke boete riskeert. Daarnaast kan het roetfilter of de motor beschadigen wanneer je blijft doorrijden wanneer dit lampje brandt.
Wat moet je doen?
Laat je auto zo snel mogelijk nakijken bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om het probleem te laten verhelpen.

Gaat branden wanneer:
Het niveau van ruitensproeiervloeistof laag is en moet worden bijgevuld.
Wat moet je doen?
Wanneer je de ruitensproeiervloeistof weer bijvult moet dit lampje stoppen met branden.

Gaat branden wanneer:
Er een storing aanwezig is in de vering of de schokdempers van je auto.
Wat moet je doen?
Ga zo snel mogelijk langs bij je dichtstbijzijnde Volkswagen Bedrijfswagens dealer om deze storing na te laten kijken.

Gaat branden wanneer:
Er geen sleutel in de auto kan worden gedetecteerd. Bepaalde auto's zijn uitgerust met keyless entry en / of keyless go. Deze melding betekent niet dat de auto niet meer kan rijden.
Wat moet je doen?
Zodra de sleutel weer wordt gedetecteerd door de auto stop dit lampje met branden.

Gaat branden wanneer:
De snelheidsbegrenzer van de auto is ingeschakeld. Wanneer je dit systeem aanzet stel je zelf de maximun snelheid in wanneer het systeem moet ingrijpen.
Wat moet je doen?
Dit lampje stopt met branden zodra je de snelheidsbegrenzer weer uitschakelt.

Gaat branden wanneer:
De standkachel in de auto ingeschakeld is.
Wat moet je doen?
Het lampje stopt met branden wanneer je de standkachel in de auto weer uitschakelt.

Gaat branden wanneer:
De stoelverwarming van één of meerdere stoelen in de auto ingeschakeld.
Wat moet je doen?
Dit lampje stopt weer met branden zodra je de stoelverwarming van één of meerdere stoelen weer uitschakeld.

Gaat branden wanneer:
De stuurverwarming in de auto is ingeschakeld.
Wat moet je doen?
Dit lampje stopt met branden zodra de stuurverwarming weer uitgeschakeld wordt.

Gaat branden wanneer:
Er een probleem is met de verlichting van je auto. Het lampje geeft niet precies aan wat of waar het probleem zich voordoet. In veel gevallen gaat het om een kapotte lamp of achterlicht.
Wat moet je doen?
Omdat het lampje niet precies aangeeft wat of waar het probleem is zul je buiten de auto moeten kijken waar het eventuele probleem zich voordoet. Mocht één van je lampen kapot zijn, dan kun je dit vaak prima zelf vervangen. Uiteraard kun je hiervoor ook langskomen bij je Volkswagen Bedrijfswagens dealer. 

Gaat branden wanneer:
De dieselmotor van je auto nog koud is en je de sleutel deels omgedraaid hebt. Zodra het lampje uitgaat kun je de auto starten. Voorgloeien van de motor is alleen nodig wanneer de buitentemperatuur onder de 8 graden is.
Wat moet je doen?
Mocht dit lampje gaan branden tijdens het rijden, dan is er waarschijnlijk een storing en moet je de auto laten controleren bij je Volkswagen Bedrijfswagens dealer.

Gaat branden wanneer:
De voorruitontwasemer van je auto is ingeschakeld. Dit systeem zorgt dat de voorruit niet beslaat tijdens het rijden. Dit systeem werkt door warme lucht tegen de binnenkant van de voorruit te blazen, waardoor de temperatuur van de ruit stijgt en er geen condensatie optreedt.
Wat moet je doen?
Wanneer je de voorruitontwasemer weer uitschakeld, stopt het lampje met branden.

Gaat branden wanneer:
Er water of te veel water in het brandstoffilter van je auto zit. Dit kan gebeuren als gevolg van condensatie in de brandstoftank of door het tanken van vervuilde brandstof.
Wat moet je doen?
Laat je auto zo snel mogelijk controleren door je dealer wanneer dit lampje blijft branden of gaat branden terwijl je aan het rijden bent. Het is mogelijk dat het brandstoffilter te veel water bevat en vervangen moet worden.

Gaat branden wanneer:
Bij een actieradius van 1.000 kilometer verandert de AdBlue waarschuwing, en wordt deze oranje. Je wordt nu iedere 50 kilometer gewaarschuwd door een geluidssignaal.
Wat moet je doen?
Je auto is niet defect, maar de AdBlue-tank moet snel bijgevuld worden. Kom langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om AdBlue bij te laten vullen.

Gaat branden wanneer:
Er een storing is opgetreden in de aandrijflijn van de auto. De motor loopt nog wel, maar heeft in dit geval minder vermogen.
Wat moet je doen?
In het geval dit lampje brandt is het verstandig niet hard op te trekken of abrupt te remmen. Kom langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om de motor uit te laten lezen en te controleren wat het probleem is.

Gaat branden wanneer:
De auto wordt gestart. De aandrijf- of stabiliteitsregeling van je voertuig is een geavanceerd systeem dat is ontworpen om de tractie en stabiliteit van je auto te verbeteren tijdens het rijden. Het systeem zorgt ervoor dat je auto altijd grip op de weg heeft en stabiel blijft, vooral in moeilijke rijomstandigheden.
Wat moet je doen?
Wanneer dit lampje niet kort knippert nadat je de auto hebt gestart is het aan te raden je auto te laten nakijken bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer.
 

Gaat branden wanneer:
De actieradius van een elektrische auto laag is. Dit waarschuwingslampje is dan ook alleen in elektrische auto's te vinden.
Wat moet je doen?
Laad de accu van je elektrische auto weer op bij het dichtsbijzijnde laapdunt. Blijft het lampje branden nadat je de accu hebt opgeladen adviseren we contact op te nemen met je dealer om dit te laten checken.

Gaat branden wanneer:
De achterruitverwarming van je auto is ingeschakeld.
Wat moet je doen?
Zet de achterruitverwarming uit om het lampje uit te schakelen. Ga langs bij de dealer wanneer het lampje blijft branden als de achterruitverwarming niet meer aan staat of niet uit wil.

Gaat branden wanneer:
Er een storing in het antiblokeersysteem (ABS) van de auto zit.
Wat moet je doen?
Wanneer dit lampje brandt werken de remmen nog wel, maar is het wel belangrijk om het ABS-systeem op korte termijn te laten controleren en te laten repareren in het geval dit niet meer goed werkt op kapot is.

Gaat branden wanneer:
De automatische ruitenwisserstand geactiveerd is wanneer het regent.
Wat moet je doen?
Wanneer je de automatische ruitenwisserstand uitschakeld moet het lampje ook stoppen met branden. Mocht dit niet het geval zijn kun je dit laten checken bij je dealer.

Gaat branden wanneer:
Het start-stop systeem van je auto wordt geactiveerd. Het systeem wordt geactiveerd zodra je stilstaat en schakelt de motor tijdelijk uit om brandstof te besparen en de uitstoot van schadelijke stoffen te verminderen. Zodra je het gaspedaal weer indrukt wordt de motor weer ingeschakeld zodat je verder kunt rijden.   
Wat moet je doen?
Mocht het start-stop systeem van je auto problemen geven of niet goed werken adviseren we om dit na te laten kijken door je dealer.

Gaat branden wanneer:
De bandenspanning van je autobanden te laag is of je een lekke band hebt.
Wat moet je doen?
Breng je banden weer op de juiste bandenspanning bij een tankstation of de Volkswagen Bedrijfswagens dealer. Mocht je band lek zijn, laat deze dan repareren of vervangen.

Gaat branden wanneer:
De bergrem functie van je auto is ingeschakeld. Dit systeem is ontworpen om de auto te helpen bij het afdalen van steile hellingen zonder dat de bestuurder voortdurend het rempedaal hoeft in te drukken.  
Wat moet je doen?
Schakel het bergrem systeem weer uit door op de knop te drukken. Mocht het lampje blijven branden en het systeem niet uitschakelen kun je dit laten checken bij je dealer.

Gaat branden wanneer:
Het brandstofniveau van je auto aan de lage kant is.
Wat moet je doen?
Rijd zo snel mogelijk naar het dichtsbijzijnde tankstation toe om de brandstoftank van je auto weer bij te tanken.

Gaat branden wanneer:
De noodloop van je auto is ingeschakeld en je minder vermogen ervaart. Er kunnen verschillende soorten problemen zijn met het brandstofsysteem van je auto, die vaak niet zelf zijn op te lossen. Het branden van dit lampje gaat vaak gepaard met een tandwieltje met een uitroepteken.
Wat moet je doen?
Ga zo snel mogelijk naar je dichtsbijzijnde Volkswagen Bedrijfswagens dealer om het probleem na te laten kijken en te verhelpen.

Gaat branden wanneer:
De buitentemperatuur lager is dan 4 graden.
Wat moet je doen?
Wees je ervan bewust dat het mogelijk glad kan zijn op de weg wanneer dit lampje brandt. Wanneer de temperatuur weer boven de 4 graden komt, zou het lampje moeten stoppen met branden.

Gaat branden wanneer:
De dodehoekmonitor van je auto is uitgeschakeld. Dit systeem waarschuwt je als bestuurder voor voertuigen die zich in de dode hoek van de auto bevinden en dus niet direct zichtbaar zijn. 
Wat moet je doen?
Het lampje stopt met branden zodra je dodehoekmonitor van de auto weer inschakeld is. 

Gaat branden wanneer:
Er een storing is ontstaan in een elektrisch onderdeel van de auto. Bij een dergelijke storing kan het zijn dat je auto niet of niet goed meer werkt.
Wat moet je doen?
Neem contact op met je Volkswagen Bedrijfswagens dealer zodat zij de oorzaak van het probleem kunnen achterhalen en het mogelijke defect kunnen repareren.

Gaat branden wanneer:
Er kans is op gladheid op de weg. Dit lampje brandt vaak in combinatie met het sneeuwvlokje dat gaat branden wanneer de buitentemperatuur lager is dan 4 graden.
Wat moet je doen?
Zorg ervoor dat je extra voorzichtig rijdt, zeker in het geval je nog niet op winterbanden rijdt.

Gaat branden wanneer:
Je de koplampen van de auto naar beneden wilt afstellen. Het is aan te raden de hoogte van de koplampen aan te passen wanneer je auto zwaar beladen is. De kans wordt daardoor kleiner dat je tegenliggers verblindt.
Wat moet je doen?
De koplampen zijn af te stellen met de knop waarop dit teken zichtbaar is.

Gaat branden wanneer:
De motor als gevolg van de inschakeling van het start-stop is uitgeschakeld.
Wat moet je doen?
Zodra je de koppeling weer intrapt gaat het lampje weer uit en zal de motor van de auto weer worden ingeschakeld.

Gaat branden wanneer:
De automatische systemen voor het licht en de ruitenwissers niet meer werken. De sensoren die verantwoordelijk zijn voor het detecteren van regen en het automatisch in- of uitschakelen van de ruitenwissers en koplampen, lijken een storing te hebben of zijn kapot. Deze sensoren meten ook de lichtintensiteit buiten de auto om te bepalen of de lampen aan of uit moeten zijn.
Wat moet je doen?
Neem contact op met je Volkswagen Bedrijfswagens dealer om de storing te laten onderzoeken en te verhelpen.

Gaat branden wanneer:
Het luchtfilter van je auto vies of verstopt is. In geval het luchtfilter niet goed meer werkt krijgt de motor geen optimale luchttoevoer. Dit kan als gevolg hebben dat het vermogen van je auto afneemt of er schade ontstaat.
Wat moet je doen?
Laat het luchtfilter zo snel mogelijk vervangen voor je Volkswagen Bedrijfswagens dealer.

Gaat branden wanneer:
Er een storing aanwezig is in de luchtvering van de auto. Dit lampje kan uiteraard alleen verschijnen bij auto's die over luchtvering beschikken.
Wat moet je doen?
Ga naar de dichtstbijzijnde Volkswagen Bedrijfswagens dealer om je auto na te laten kijken om het probleem van de storing te achterhalen en te verhelpen.

Gaat branden wanneer:
De mistverlichting aan de achterzijde van je auto is ingeschakeld. De mistverlichting aan de achterzijde van je auto mag alleen worden ingeschakeld wanneer het zicht minder is dan 50 meter en mag niet gebruikt worden bij regen.
Wat moet je doen?
Schakel de mistverlichting weer uit wanneer de mist verdwenen is en het zicht is verbeterd.

Gaat branden wanneer:
Er een probleem is ontstaan met de elektronica of het motormanagement. Soms gaat het motorstoringslampje aan zonder dat er duidelijke symptomen zijn. In andere gevallen kunnen symptomen optreden, zoals slecht presterende motor, onregelmatige stationair draaien, haperingen of stotteren tijdens het rijden, of vermindering van de acceleratie. 
Wat moet je doen?
Controleer direct de stand van de motorolie en de koelvloeistof. Knippert het lampje, dan moet je de auto direct stopzetten en op een veilige plek parkeren. De oorzaak van de storing kan door de Volkswagen Bedrijfswagens dealer achterhaalt worden door gebruik te maken van een diagnoseapparaat om de auto uit te lezen.

Gaat branden wanneer:
De noodloop van de auto is geactiveerd. Dit is een veiligheidsfunctie die automatisch wordt geactiveerd wanneer er een probleem is met het motorcontrolesysteem of de transmissie van de auto. Wanneer de auto in noodloop staat kan je niet meer hard rijden vanwege laag vermogen en voorkomt daarmee schade aan de motor of transmissie.
Wat moet je doen?
Neem zo snel mogelijk contact op met je Volkswagen Bedrijfswagens dealer om de oorzaak van het probleem te laten achterhalen en het probleem te verhelpen.

Gaat branden wanneer:
De parkeersensoren van de auto zijn ingeschakeld. Veel moderne auto's beschikken tegenwoordig over parkeersensoren, die je ondersteunen bij het parkeren. Door middel van een pieptoon en / of een camera geven de sensoren aan hoeveel ruimte je nog hebt bij het parkeren.
Wat moet je doen?
Het lampje stopt met branden wanneer de parkeersensoren weer uitgeschakeld zijn.

Gaat branden wanneer:
De regensensor van je auto regen detecteert en de ruitenwissers automatisch worden ingeschakeld. De gevoeligheid van de sensor kan zelf worden ingesteld. Dit kun je doen met het waterdruppels knopje op de ruitenwissel hendel.
Wat moet je doen?
Wanneer de regensensor wordt uitgeschakeld verdwijnt het lampje.

Gaat branden wanneer:
De remblokken van je auto zijn versleten.
Wat moet je doen?
Laat de remblokken van je auto zo snel mogelijk vervangen door de Volkswagen Bedrijfswagens dealer wanneer dit lampje brandt. Rijden met versleten remblokken is gevaarlijk, omdat je auto met daarmee niet goed meer kan remmen.

Gaat branden wanneer:
Er een storing aanwezig is in de remlichten van de auto. Het remlicht werkt niet goed meer en is toe aan vervanging.
Wat moet je doen?
Vervang eventueel zelf je remlicht of kom langs bij je Volkswagen Bedrijfswagens dealer om je remlicht te laten vervangen.

Gaat branden wanneer:
De uitlaat van je auto verstopt of kapot is. Een roetfilter is alleen aanwezig in auto's met een dieselmotor. Wanneer dit lampje brandt voldoet je auto mogelijk niet meer aan de milieueisen, waardoor je een flinke boete riskeert. Daarnaast kan het roetfilter of de motor beschadigen wanneer je blijft doorrijden wanneer dit lampje brandt.
Wat moet je doen?
Laat je auto zo snel mogelijk nakijken bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om het probleem te laten verhelpen.

Gaat branden wanneer:
Het niveau van ruitensproeiervloeistof laag is en moet worden bijgevuld.
Wat moet je doen?
Wanneer je de ruitensproeiervloeistof weer bijvult moet dit lampje stoppen met branden.

Gaat branden wanneer:
Er een storing aanwezig is in de vering of de schokdempers van je auto.
Wat moet je doen?
Ga zo snel mogelijk langs bij je dichtstbijzijnde Volkswagen Bedrijfswagens dealer om deze storing na te laten kijken.

Gaat branden wanneer:
Er geen sleutel in de auto kan worden gedetecteerd. Bepaalde auto's zijn uitgerust met keyless entry en / of keyless go. Deze melding betekent niet dat de auto niet meer kan rijden.
Wat moet je doen?
Zodra de sleutel weer wordt gedetecteerd door de auto stop dit lampje met branden.

Gaat branden wanneer:
De snelheidsbegrenzer van de auto is ingeschakeld. Wanneer je dit systeem aanzet stel je zelf de maximun snelheid in wanneer het systeem moet ingrijpen.
Wat moet je doen?
Dit lampje stopt met branden zodra je de snelheidsbegrenzer weer uitschakelt.

Gaat branden wanneer:
De standkachel in de auto ingeschakeld is.
Wat moet je doen?
Het lampje stopt met branden wanneer je de standkachel in de auto weer uitschakelt.

Gaat branden wanneer:
De stoelverwarming van één of meerdere stoelen in de auto ingeschakeld.
Wat moet je doen?
Dit lampje stopt weer met branden zodra je de stoelverwarming van één of meerdere stoelen weer uitschakeld.

Gaat branden wanneer:
De stuurverwarming in de auto is ingeschakeld.
Wat moet je doen?
Dit lampje stopt met branden zodra de stuurverwarming weer uitgeschakeld wordt.

Gaat branden wanneer:
Er een probleem is met de verlichting van je auto. Het lampje geeft niet precies aan wat of waar het probleem zich voordoet. In veel gevallen gaat het om een kapotte lamp of achterlicht.
Wat moet je doen?
Omdat het lampje niet precies aangeeft wat of waar het probleem is zul je buiten de auto moeten kijken waar het eventuele probleem zich voordoet. Mocht één van je lampen kapot zijn, dan kun je dit vaak prima zelf vervangen. Uiteraard kun je hiervoor ook langskomen bij je Volkswagen Bedrijfswagens dealer. 

Gaat branden wanneer:
De dieselmotor van je auto nog koud is en je de sleutel deels omgedraaid hebt. Zodra het lampje uitgaat kun je de auto starten. Voorgloeien van de motor is alleen nodig wanneer de buitentemperatuur onder de 8 graden is.
Wat moet je doen?
Mocht dit lampje gaan branden tijdens het rijden, dan is er waarschijnlijk een storing en moet je de auto laten controleren bij je Volkswagen Bedrijfswagens dealer.

Gaat branden wanneer:
De voorruitontwasemer van je auto is ingeschakeld. Dit systeem zorgt dat de voorruit niet beslaat tijdens het rijden. Dit systeem werkt door warme lucht tegen de binnenkant van de voorruit te blazen, waardoor de temperatuur van de ruit stijgt en er geen condensatie optreedt.
Wat moet je doen?
Wanneer je de voorruitontwasemer weer uitschakeld, stopt het lampje met branden.

Gaat branden wanneer:
Er water of te veel water in het brandstoffilter van je auto zit. Dit kan gebeuren als gevolg van condensatie in de brandstoftank of door het tanken van vervuilde brandstof.
Wat moet je doen?
Laat je auto zo snel mogelijk controleren door je dealer wanneer dit lampje blijft branden of gaat branden terwijl je aan het rijden bent. Het is mogelijk dat het brandstoffilter te veel water bevat en vervangen moet worden.

Gaat branden wanneer:
Bij een actieradius van 1.000 kilometer verandert de AdBlue waarschuwing, en wordt deze oranje. Je wordt nu iedere 50 kilometer gewaarschuwd door een geluidssignaal.
Wat moet je doen?
Je auto is niet defect, maar de AdBlue-tank moet snel bijgevuld worden. Kom langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om AdBlue bij te laten vullen.

Adaptive Cruise Control ingeschakeld

Cruise Control ingeschakeld

Dimlicht ingeschakeld

Lane assist ingeschakeld

Mistverlichting voor ingeschakeld

Rempedaal intrappen

Richtingaanwijzers aan

Stadsverlichting ingeschakeld

Groot licht ingeschakeld

AdBlue bijvullen

Gaat branden wanneer:
De Adaptive Cruise Control geactiveerd is. Adaptive Cruise Control is een geavanceerd rijassistentiesysteem dat sensoren gebruikt om de afstand tussen jouw auto en de auto voor je te detecteren. Het past de snelheid van je auto aan om een veilige volgafstand te behouden. Het lampje gaat weer uit wanneer je het systeem uitzet.

Gaat branden wanneer:
De Cruise Control van je auto wordt ingeschakeld. Veel auto's zijn tegenwoordig uitgerust met dit systeem dat het mogelijk maakt om automatisch een constante snelheid te rijden. Wanneer je het rem- of het gaspedaal aanraakt stopt de Cruise Control weer. Op dat moment stopt ook het lampje weer met branden.

Gaat branden wanneer:
De koplampen van je auto zijn ingeschakeld en in de dimlicht modus staan. Het gebruik van het dimlicht is verplicht bij slecht zicht, bijvoorbeeld bij mist, regen of sneeuw, maar ook in het donker en in tunnels. Het dimlicht zorgt ervoor dat je als bestuurder beter zicht hebt op de weg en dat je beter zichtbaar bent voor andere weggebruikers.

Gaat branden wanneer:
Lane assist is geactiveerd. Lane assist is een geavanceerde rijhulpsysteemtechnologie die is ontworpen om bestuurders te helpen bij het veilig in hun rijstrook blijven. Dit systeem gebruikt camera's en sensoren om de positie van het voertuig op de weg te detecteren en waarschuwt de bestuurder wanneer het voertuig van rijstrook dreigt te veranderen zonder dat de richtingaanwijzer is gebruikt.

Gaat branden wanneer:
De mistverlichting aan de voorzijde van je auto wordt ingeschakeld. Deze verlichting mag uitsluitend gebruikt worden in geval van hevige mist of sneeuw en wanneer het zicht minder is dan 50 meter.

Gaat branden wanneer:
Je de rem eenmalig intrapt wanneer je tot stilstand komt. De rem blijft dan automatisch actief tot het moment je weer gas geeft. Voordeel van dit systeem bij auto's met automatische transmissie is dat je niet meer de hele tijd je voet op de rem hoeft te houden wanneer je stilstaat bij bijvoorbeeld een stoplicht.

Gaat branden wanneer:
De richtingaanwijzers van je auto in werking zijn. Het lampje kan naar links of naar rechts knipperen afhankelijk van de richting die je aangeeft. In geval de alarmlichten van je auto zijn ingeschakeld knipperen beide pijltjes.

Gaat branden wanneer:
De stadsverlichting van je auto ingeschakeld is. Stadslicht is bedoeld om een geparkeerd voertuig beter zichtbaar te maken. Het is niet toegestaan om op de momenten dat verlichting verplicht is uitsluitend stadslicht te voeren.

Gaat branden wanneer:
Je het groot licht van je auto inschakelt. Dit kan prettig zijn wanneer je rijdt op donkere wegen en je geen tegenliggers of andere auto's voor je hebt rijden. Doordat het groot licht feller is en verder schijnt heb je door groot licht te gebruiken beter zicht. Let er wel op dat je het groot ligt weer uitzet, wanneer er weer auto's voor je rijden of er een tegenligger aankomt of verblinding te voorkomen. 

Gaat branden wanneer:
De eerste melding voor het bijvullen van AdBlue wordt gegeven wanneer je nog 2.400 kilometer kunt rijden. Deze melding wordt iedere 100 kilometer herhaald totdat de actieradius 1.000 kilometer is.
Wat moet je doen?
Je auto is niet defect, maar de AdBlue-tank moet snel bijgevuld worden. Kom langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om AdBlue bij te laten vullen.

Gaat branden wanneer:
De Adaptive Cruise Control geactiveerd is. Adaptive Cruise Control is een geavanceerd rijassistentiesysteem dat sensoren gebruikt om de afstand tussen jouw auto en de auto voor je te detecteren. Het past de snelheid van je auto aan om een veilige volgafstand te behouden. Het lampje gaat weer uit wanneer je het systeem uitzet.

Gaat branden wanneer:
De Cruise Control van je auto wordt ingeschakeld. Veel auto's zijn tegenwoordig uitgerust met dit systeem dat het mogelijk maakt om automatisch een constante snelheid te rijden. Wanneer je het rem- of het gaspedaal aanraakt stopt de Cruise Control weer. Op dat moment stopt ook het lampje weer met branden.

Gaat branden wanneer:
De koplampen van je auto zijn ingeschakeld en in de dimlicht modus staan. Het gebruik van het dimlicht is verplicht bij slecht zicht, bijvoorbeeld bij mist, regen of sneeuw, maar ook in het donker en in tunnels. Het dimlicht zorgt ervoor dat je als bestuurder beter zicht hebt op de weg en dat je beter zichtbaar bent voor andere weggebruikers.

Gaat branden wanneer:
Lane assist is geactiveerd. Lane assist is een geavanceerde rijhulpsysteemtechnologie die is ontworpen om bestuurders te helpen bij het veilig in hun rijstrook blijven. Dit systeem gebruikt camera's en sensoren om de positie van het voertuig op de weg te detecteren en waarschuwt de bestuurder wanneer het voertuig van rijstrook dreigt te veranderen zonder dat de richtingaanwijzer is gebruikt.

Gaat branden wanneer:
De mistverlichting aan de voorzijde van je auto wordt ingeschakeld. Deze verlichting mag uitsluitend gebruikt worden in geval van hevige mist of sneeuw en wanneer het zicht minder is dan 50 meter.

Gaat branden wanneer:
Je de rem eenmalig intrapt wanneer je tot stilstand komt. De rem blijft dan automatisch actief tot het moment je weer gas geeft. Voordeel van dit systeem bij auto's met automatische transmissie is dat je niet meer de hele tijd je voet op de rem hoeft te houden wanneer je stilstaat bij bijvoorbeeld een stoplicht.

Gaat branden wanneer:
De richtingaanwijzers van je auto in werking zijn. Het lampje kan naar links of naar rechts knipperen afhankelijk van de richting die je aangeeft. In geval de alarmlichten van je auto zijn ingeschakeld knipperen beide pijltjes.

Gaat branden wanneer:
De stadsverlichting van je auto ingeschakeld is. Stadslicht is bedoeld om een geparkeerd voertuig beter zichtbaar te maken. Het is niet toegestaan om op de momenten dat verlichting verplicht is uitsluitend stadslicht te voeren.

Gaat branden wanneer:
Je het groot licht van je auto inschakelt. Dit kan prettig zijn wanneer je rijdt op donkere wegen en je geen tegenliggers of andere auto's voor je hebt rijden. Doordat het groot licht feller is en verder schijnt heb je door groot licht te gebruiken beter zicht. Let er wel op dat je het groot ligt weer uitzet, wanneer er weer auto's voor je rijden of er een tegenligger aankomt of verblinding te voorkomen. 

Gaat branden wanneer:
De eerste melding voor het bijvullen van AdBlue wordt gegeven wanneer je nog 2.400 kilometer kunt rijden. Deze melding wordt iedere 100 kilometer herhaald totdat de actieradius 1.000 kilometer is.
Wat moet je doen?
Je auto is niet defect, maar de AdBlue-tank moet snel bijgevuld worden. Kom langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om AdBlue bij te laten vullen.

Gaat branden wanneer:
De Adaptive Cruise Control geactiveerd is. Adaptive Cruise Control is een geavanceerd rijassistentiesysteem dat sensoren gebruikt om de afstand tussen jouw auto en de auto voor je te detecteren. Het past de snelheid van je auto aan om een veilige volgafstand te behouden. Het lampje gaat weer uit wanneer je het systeem uitzet.

Gaat branden wanneer:
De Cruise Control van je auto wordt ingeschakeld. Veel auto's zijn tegenwoordig uitgerust met dit systeem dat het mogelijk maakt om automatisch een constante snelheid te rijden. Wanneer je het rem- of het gaspedaal aanraakt stopt de Cruise Control weer. Op dat moment stopt ook het lampje weer met branden.

Gaat branden wanneer:
De koplampen van je auto zijn ingeschakeld en in de dimlicht modus staan. Het gebruik van het dimlicht is verplicht bij slecht zicht, bijvoorbeeld bij mist, regen of sneeuw, maar ook in het donker en in tunnels. Het dimlicht zorgt ervoor dat je als bestuurder beter zicht hebt op de weg en dat je beter zichtbaar bent voor andere weggebruikers.

Gaat branden wanneer:
Lane assist is geactiveerd. Lane assist is een geavanceerde rijhulpsysteemtechnologie die is ontworpen om bestuurders te helpen bij het veilig in hun rijstrook blijven. Dit systeem gebruikt camera's en sensoren om de positie van het voertuig op de weg te detecteren en waarschuwt de bestuurder wanneer het voertuig van rijstrook dreigt te veranderen zonder dat de richtingaanwijzer is gebruikt.

Gaat branden wanneer:
De mistverlichting aan de voorzijde van je auto wordt ingeschakeld. Deze verlichting mag uitsluitend gebruikt worden in geval van hevige mist of sneeuw en wanneer het zicht minder is dan 50 meter.

Gaat branden wanneer:
Je de rem eenmalig intrapt wanneer je tot stilstand komt. De rem blijft dan automatisch actief tot het moment je weer gas geeft. Voordeel van dit systeem bij auto's met automatische transmissie is dat je niet meer de hele tijd je voet op de rem hoeft te houden wanneer je stilstaat bij bijvoorbeeld een stoplicht.

Gaat branden wanneer:
De richtingaanwijzers van je auto in werking zijn. Het lampje kan naar links of naar rechts knipperen afhankelijk van de richting die je aangeeft. In geval de alarmlichten van je auto zijn ingeschakeld knipperen beide pijltjes.

Gaat branden wanneer:
De stadsverlichting van je auto ingeschakeld is. Stadslicht is bedoeld om een geparkeerd voertuig beter zichtbaar te maken. Het is niet toegestaan om op de momenten dat verlichting verplicht is uitsluitend stadslicht te voeren.

Gaat branden wanneer:
Je het groot licht van je auto inschakelt. Dit kan prettig zijn wanneer je rijdt op donkere wegen en je geen tegenliggers of andere auto's voor je hebt rijden. Doordat het groot licht feller is en verder schijnt heb je door groot licht te gebruiken beter zicht. Let er wel op dat je het groot ligt weer uitzet, wanneer er weer auto's voor je rijden of er een tegenligger aankomt of verblinding te voorkomen. 

Gaat branden wanneer:
De eerste melding voor het bijvullen van AdBlue wordt gegeven wanneer je nog 2.400 kilometer kunt rijden. Deze melding wordt iedere 100 kilometer herhaald totdat de actieradius 1.000 kilometer is.
Wat moet je doen?
Je auto is niet defect, maar de AdBlue-tank moet snel bijgevuld worden. Kom langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om AdBlue bij te laten vullen.

Gaat branden wanneer:
De Adaptive Cruise Control geactiveerd is. Adaptive Cruise Control is een geavanceerd rijassistentiesysteem dat sensoren gebruikt om de afstand tussen jouw auto en de auto voor je te detecteren. Het past de snelheid van je auto aan om een veilige volgafstand te behouden. Het lampje gaat weer uit wanneer je het systeem uitzet.

Gaat branden wanneer:
De Cruise Control van je auto wordt ingeschakeld. Veel auto's zijn tegenwoordig uitgerust met dit systeem dat het mogelijk maakt om automatisch een constante snelheid te rijden. Wanneer je het rem- of het gaspedaal aanraakt stopt de Cruise Control weer. Op dat moment stopt ook het lampje weer met branden.

Gaat branden wanneer:
De koplampen van je auto zijn ingeschakeld en in de dimlicht modus staan. Het gebruik van het dimlicht is verplicht bij slecht zicht, bijvoorbeeld bij mist, regen of sneeuw, maar ook in het donker en in tunnels. Het dimlicht zorgt ervoor dat je als bestuurder beter zicht hebt op de weg en dat je beter zichtbaar bent voor andere weggebruikers.

Gaat branden wanneer:
Lane assist is geactiveerd. Lane assist is een geavanceerde rijhulpsysteemtechnologie die is ontworpen om bestuurders te helpen bij het veilig in hun rijstrook blijven. Dit systeem gebruikt camera's en sensoren om de positie van het voertuig op de weg te detecteren en waarschuwt de bestuurder wanneer het voertuig van rijstrook dreigt te veranderen zonder dat de richtingaanwijzer is gebruikt.

Gaat branden wanneer:
De mistverlichting aan de voorzijde van je auto wordt ingeschakeld. Deze verlichting mag uitsluitend gebruikt worden in geval van hevige mist of sneeuw en wanneer het zicht minder is dan 50 meter.

Gaat branden wanneer:
Je de rem eenmalig intrapt wanneer je tot stilstand komt. De rem blijft dan automatisch actief tot het moment je weer gas geeft. Voordeel van dit systeem bij auto's met automatische transmissie is dat je niet meer de hele tijd je voet op de rem hoeft te houden wanneer je stilstaat bij bijvoorbeeld een stoplicht.

Gaat branden wanneer:
De richtingaanwijzers van je auto in werking zijn. Het lampje kan naar links of naar rechts knipperen afhankelijk van de richting die je aangeeft. In geval de alarmlichten van je auto zijn ingeschakeld knipperen beide pijltjes.

Gaat branden wanneer:
De stadsverlichting van je auto ingeschakeld is. Stadslicht is bedoeld om een geparkeerd voertuig beter zichtbaar te maken. Het is niet toegestaan om op de momenten dat verlichting verplicht is uitsluitend stadslicht te voeren.

Gaat branden wanneer:
Je het groot licht van je auto inschakelt. Dit kan prettig zijn wanneer je rijdt op donkere wegen en je geen tegenliggers of andere auto's voor je hebt rijden. Doordat het groot licht feller is en verder schijnt heb je door groot licht te gebruiken beter zicht. Let er wel op dat je het groot ligt weer uitzet, wanneer er weer auto's voor je rijden of er een tegenligger aankomt of verblinding te voorkomen. 

Gaat branden wanneer:
De eerste melding voor het bijvullen van AdBlue wordt gegeven wanneer je nog 2.400 kilometer kunt rijden. Deze melding wordt iedere 100 kilometer herhaald totdat de actieradius 1.000 kilometer is.
Wat moet je doen?
Je auto is niet defect, maar de AdBlue-tank moet snel bijgevuld worden. Kom langs bij de Volkswagen Bedrijfswagens dealer om AdBlue bij te laten vullen.