Zakelijk rijden
Bestelauto en fiscus in 2024
9 vragen en antwoorden
over de bestelauto en de fiscus in 2024
Zakelijke bestelauto’s krijgen in 2024, evenals personenauto’s, een standaard bijtellingspercentage van 22% van de catalogusprijs inclusief btw en BPM. Voor bestelauto’s met een CO2-uitstoot van nihil (volledig elektrische auto’s) geldt bij een Datum Eerste Toelating in 2024 een bijtellingspercentage van 16% voor zover de catalogusprijs niet hoger is dan € 30.000. Over het eventuele meerdere geldt dan een bijtelling van 22%. De kortingsregeling geldt op basis van de huidige wetgeving voor de duur van 60 maanden na de maand van de Datum Eerste Toelating. Op auto’s met een datum eerste toelating vóór 2017 blijft het uitgangspunt dat de bijtelling 25% is.
Uitgezonderd van de bijtelling zijn bestelauto’s die nagenoeg uitsluitend ingericht en geschikt zijn voor goederenvervoer, bestelauto’s waarvan werknemers buiten werktijd geen privégebruik kunnen maken omdat deze bestelauto’s op de zaak achterblijven, en bestelauto’s waarvoor een overeenkomst met een verbod op privégebruik is gemaakt tussen werkgever en werknemer. Bij het tot stand komen van de regeling voor bestelauto’s die “nagenoeg uitsluitend geschikt zijn voor goederenvervoer”, zijn vooral bestelauto’s met alleen een chauffeursstoel bedoeld. In bijzondere gevallen kunnen ook specifiek ingerichte bestelauto’s mét een bijrijderszitplaats onder deze uitzondering vallen. Bestelauto’s met een dubbele cabine vallen echter nooit onder deze uitzondering. De bijtelling is ook niet van toepassing als met een rittenregistratie aangetoond wordt dat het privégebruik maximaal 500 km per jaar is, of bij gebruik van een “verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto”.
Als u of een medewerker een bestelauto van de zaak niet of heel beperkt privé gebruikt, kan de tegenbewijsregeling van de bijtelling gebruikt worden. Uitgangspunt is dan dat met een sluitende rittenregistratie wordt aangetoond dat de bestelauto op jaarbasis voor niet meer dan 500 km privé wordt gebruikt. Als de bestelauto zelfs helemaal niet privé gebruikt wordt, kunt u een rittenregistratie achterwege laten. Dat geldt zowel voor u als ondernemer als voor eventuele medewerkers. Er moet dan een zogenaamde ‘Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’ worden ingediend bij de belastingdienst. Als de belastingdienst het vermoeden heeft dat de bestelauto voor privédoeleinden wordt gebruikt, wordt contact gezocht met de werknemer en werkgever. U krijgt dan de mogelijkheid het zakelijke karakter van de rit aan te tonen. Lukt dat niet, dan volgt een naheffingsaanslag. Als u de werkgever niets te verwijten is, wordt nageheven bij de werknemer. Kan het zakelijke gebruik wel aangetoond worden, dan blijft de auto bijtellingsvrij.
Bestelauto’s van ondernemers zijn vrijgesteld van BPM. Daarvoor moet u voor de heffing van btw als ondernemer zijn aangemerkt (ook als u eventueel een btw-vrijstelling toepast). Bij deze BPM-vrijstelling geldt wel de voorwaarde dat u de auto voor minimaal 10% zakelijk gebruikt.
Ook op geleaste bestelauto’s geldt de BPM-vrijstelling. Voor bestelauto’s in de verhuur of short-lease geldt de vrijstelling ongeacht wie de feitelijke gebruiker is als de contractduur niet langer is dan vier weken. Voor langer lopende contracten moet de leasemaatschappij kunnen aantonen dat de auto wordt gebruikt door een ondernemer die zelf ook de BPM-vrijstelling zou krijgen als hij de bestelauto gekocht zou hebben. De leasemaatschappij heeft hiervoor van u een zogenaamde “ondernemersverklaring” nodig.
Voor volledig elektrische (bestel)auto’s geldt in 2024 een nihiltarief van de motorrijtuigenbelasting, ook wel wegenbelasting genoemd. Zoals de wet nu luidt, loopt dat nihiltarief door tot en met het jaar 2024.
Kiest u voor aanschaf van uw bestelauto via koop of financial lease, dan is de zogenaamde kleinschaligheidsinvesteringsaftrek van toepassing. Met die regeling krijgt de ondernemer die in een nieuwe of gebruikte bestelauto investeert recht op een extra aftrekpost, bovenop de afschrijvingslasten en de gebruikskosten van de auto. De hoogte van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek is afhankelijk van de omvang van de investeringen in het betreffende jaar en bedraagt maximaal 28% van de investering.
Naast de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek kan er nog een extra investeringsaftrek van toepassing zijn. Dat betreft in het jaar 2024 bijvoorbeeld nieuwe elektrische bestelauto’s (in 2024 is de aftrek dan 45% milieu-investeringsaftrek, in de meeste gevallen over het investeringsbedrag minus € 11.000) en nieuwe bestelauto’s met halogeenvrije transportkoeling met een lithiumaccu. Voor die laatste categorie geldt in 2024 op de auto zelf een milieu-investeringsaftrek van 36% over maximaal € 20.000. Denkt u wel een tijdige aanmelding bij RVO, binnen 3 maanden na het aangaan van de investeringsverplichtingen. Om voor milieu-investeringsaftrek in aanmerking te komen, moet de investering vermeld zijn op de jaarlijkse Milieulijst van RVO.
Het percentage investeringsaftrek is afhankelijk van het totale investeringsbedrag in een bepaald jaar. Als u verwacht dat u volgend jaar veel zult investeren, kan een deel van de investeringen wellicht naar voren gehaald worden. Hierdoor kunt u de aftrekpercentages van de investeringsaftrek optimaal benutten. Voor het bepalen van de hoogte van het percentage investeringsaftrek is de datum van het aangaan van de verplichtingen van belang: het tekenen van de order. Die vastgestelde investeringsaftrek kunt u dan aftrekken in de aangifte van jaar waarin u de bestelauto in gebruik neemt, of in een eerder jaar voor zover u al aanbetaald hebt.
De bijtelling wordt berekend over de nieuwprijs van de bestelauto, inclusief BPM en btw. Dat kan met name bij ondernemers die investeren in een door henzelf privé en zakelijk gebruikte bestelauto de vraag met zich meebrengen of het zinvol is om de auto niet zakelijk, maar privé aan te schaffen.
Bij zakelijke aanschaf zijn alle kosten aftrekbaar, is er eventueel sprake van investeringsaftrek, maar geldt ook de bijtelling. Dat kan een prima afweging zijn, vooral als er relatief veel privé gereden wordt of als het bijvoorbeeld een elektrische bestelauto betreft. Als er relatief veel zakelijke kilometers zijn, dan kan het echter ook voordelig zijn om de auto privé aan te schaffen. Als u een ondernemers bent die zelf als ondernemer is aan te merken voor de btw (zoals zzp’ers en ondernemers met een eenmanszaak), kunt u ondanks de privéboeking voor de inkomstenbelasting, de bestelauto voor de btw toch tot uw btw-ondernemingsvermogen rekenen en btw-aftrek krijgen. Ook geldt dan de BPM-vrijstelling voor ondernemers en het lage mrb-tarief voor bestelauto’s.
Voor de zakelijke kilometers kunt u dan per kilometer 21 eurocent van de winst van de zaak aftrekken. De bijtelling geldt in dit geval niet. Bij aanschaf van een occasion is dat extra belangrijk, omdat de bijtelling berekend wordt over de catalogusprijs van de auto.
Het antwoord op de vraag welke keuze voor u het meest voordelig is, hangt vooral af van het aantal zakelijke en privékilometers, de prijs van de auto, of er specifieke investeringsaftrekmogelijkheden zijn, en tot slot van het voor u geldende belastingtarief.
Download het fiscaliteitenboekje
Krijg in no time antwoord op de 100 meest gestelde vragen over de auto en de fiscus. Deze exclusieve uitgave is nu gratis te downloaden.